6.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 56/1


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 1 maart 2010

over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt

2010/C 56/01

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

ZIJN VOLDOENING UITSPREKEND over de mededeling van de Commissie van 11 september 2009 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (1);

2.

HERINNEREND AAN zijn Resolutie van 25 september 2008 betreffende een algemeen Europees plan ter bestrijding van namaak en piraterij (2);

3.

HERINNEREND AAN de mededeling van de Commissie van 16 juli 2008 over een strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa (3);

4.

OVERWEGENDE de regelgeving die de Gemeenschap heeft vastgesteld ter bestrijding van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (4), Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten (5), Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (6), en Richtlijn 2009/24/EG van de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (7);

5.

OVERWEGENDE zijn conclusies van 20 november 2008 met betrekking tot de ontwikkeling van het legale aanbod van culturele en creatieve online-inhoud alsook ter voorkoming en bestrijding van piraterij in de digitale omgeving (8);

6.

OVERWEGENDE zijn conclusies van 22 mei 2008 over een Europese aanpak van mediageletterdheid in de digitale omgeving (9), en zijn conclusies van 27 november 2009 over mediageletterdheid in de digitale omgeving (10);

7.

OVERWEGENDE Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn elektronische handel”) (11);

8.

OVERWEGENDE Richtlijn 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronischecommunicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, en Richtlijn 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (12);

9.

HERINNEREND AAN zijn Resolutie van 23 oktober 2009 inzake een versterkte strategie voor douanesamenwerking (13);

10.

HERINNEREND AAN zijn Resolutie van 16 maart 2009 over het EU-douaneactieplan tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (IER) voor de jaren 2009-2012 (14);

11.

HERINNEREND AAN zijn Besluit 2009/371/JBZ van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (15);

12.

HERINNEREND AAN zijn Besluit 2002/187/JBZ van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (16);

13.

HERINNEREND AAN zijn conclusies van 24 september 2009, „Hoe de interne markt beter laten functioneren” (17);

14.

OVERWEGENDE Aanbeveling 2009/524/EG van de Commissie van 29 juni 2009 over maatregelen ter verbetering van de werking van de interne markt (18);

15.

OVERWEGENDE het internationale streven naar ondersteuning van de strijd tegen namaak en piraterij, met name de onderhandelingen over een handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) (19);

16.

ONDERSTREEPT het belang dat wordt gehecht aan de bescherming van intellectuele eigendom als essentieel onderdeel van de bevordering van cultuur en culturele verscheidenheid, en tevens als belangrijk aspect van het optimale gebruik van onderzoek, innovatie en creativiteit van Europese bedrijven, met name van de kleine en middelgrote ondernemingen, teneinde de groei en de werkgelegenheid in de Europese Unie te steunen en de externe dimensie van het Europese concurrentievermogen te ontwikkelen;

17.

BENADRUKKEND dat de Europese Unie in dit verband haar inspanningen moet voortzetten om intellectuele eigendom doeltreffender te beschermen tegen namaak;

18.

HERHALEND dat hem een consequente, behoorlijke handhaving in de gehele interne markt voor ogen staat, waarbij rechtmatige handel niet wordt belemmerd, en die gekenmerkt wordt door rechtszekerheid, met dien verstande dat de belangen van consumenten en gebruikers worden beschermd;

19.

BENADRUKKEND dat, ten aanzien van auteursrechten en naburige rechten, piraterij met cultuurgoederen en creaties in een snel evoluerende digitale omgeving ten koste gaat van de legale mediavermarkting, hetgeen de opkomst van competitieve bedrijfsmodellen voor het legaal aanbieden van culturele en creatieve inhoud belemmert, de adequate beloning van de rechthebbenden in het gedrang brengt, en het dynamisme van de Europese cultuurindustrie met haar legale, gevarieerde en kwalitatief hoogstaande aanbod afremt;

20.

ZIET IN dat zowel de Commissie als de lidstaten tot taak hebben de interne markt efficiënter te laten functioneren, vooral wat de bescherming van intellectuele eigendom betreft;

21.

BEGRIJPT dat het van belang is nieuwe competitieve bedrijfsmodellen te ontwikkelen, met een uitgebreider legaal aanbod van culturele en creatieve inhoud, en tegelijk piraterijpreventie en -bestrijding als noodzakelijk middel ter bevordering van economische groei, werkgelegenheid en culturele verscheidenheid in te zetten; de inspanningen om het creëren en gebruiken van online-inhoud en -diensten in de Europese Unie aan te moedigen moeten daarom worden opgevoerd; met dat doel moeten solide oplossingen worden bedacht, die praktisch en evenwichtig zijn en zowel de gebruikers als de rechthebbenden aanspreken;

22.

BESEFT hoe belangrijk het is dat de diverse instanties administratief gaan samenwerken op het gebied van handhaving van intellectuele eigendom, en VERZOEKT de Commissie in nauwe samenwerking en coördinatie met de bevoegde autoriteiten en instellingen van de lidstaten de bestaande nationale administratieve regelingen nader te onderzoeken;

23.

BESEFT dat er behoefte is aan wetenschappelijk gefundeerde en resultaatgerichte beleidsvorming, en verwelkomt in dit verband de recente oprichting en de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij;

24.

VERZOEKT de Commissie zich nader te buigen over de bevoegdheden, de taken en de rol van het waarnemingscentrum, en het optreden ervan via de bestaande institutionele structuren te steunen. Het waarnemingscentrum zal, handelend in pleno of via ad-hocgroepen, ten volle gebruik maken van de beschikbare nationale expertise, bijvoorbeeld met name de correspondenten die de lidstaten overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2004/48/EG hebben aangewezen;

25.

STEMT IN met de voornaamste actiepunten die de Commissie voorstelt, en spoort de nationale autoriteiten, de rechthebbenden, de consumentenorganisaties en andere belanghebbenden aan actief deel te nemen en bij te dragen aan de werkzaamheden van het waarnemingscentrum;

26.

ROEPT DE LIDSTATEN op, eigen strategieën tegen namaak en piraterij te bedenken en transparante coördinatiestructuren op te zetten;

27.

ZIET het belang IN van betrouwbare en vergelijkbare gegevens over namaak en piraterij, en VERZOEKT de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven het waarnemingscentrum de beschikbare informatie te verstrekken, in het kader van het waarnemingscentrum samen plannen voor verdere informatievergaring op te stellen en vast te stellen, en samen een methode voor het verzamelen van gegevens uit te werken;

28.

WIJST OP het belang van bewustmaking omtrent de maatschappelijke en economische gevolgen van namaak en piraterij, in het bijzonder de mogelijke gevaren ervan voor de volksgezondheid en de veiligheid en op het gebied van concurrentievermogen, creatie, innovatie en werkgelegenheid in Europa, en spoort de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden — met inbegrip van de consumenten — aan te onderzoeken hoe doeltreffende bewustmakingscampagnes kunnen worden opgezet, en zulke campagnes ook te voeren. Het waarnemingscentrum zal samen met de Commissie de financiële consequenties en de vereiste financiering bepalen. De campagnes zullen worden gericht op bepaalde doelgroepen, zoals consumenten en jongeren;

29.

BENADRUKT, in verband met de totstandbrenging en de werking van de interne markt, dat alle nodige middelen in stelling moeten worden gebracht om de intellectuele-eigendomsrechten overal in de Unie efficiënt te kunnen handhaven in overeenstemming met het geldende acquis van de Unie;

30.

VERZOEKT de Commissie, in overeenstemming met artikel 18 van Richtlijn 2004/48/EG en in nauwe samenwerking met de lidstaten, de toepassing van die richtlijn te onderzoeken — met name de effectiviteit van de maatregelen te evalueren — en de nodige wijzigingen met het oog op een betere bescherming van intellectuele eigendom voor te stellen;

31.

WIJST EROP dat het van belang is de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen te vereenvoudigen, zodat intellectuele eigendom daadwerkelijk wordt beschermd; verzoekt de Commissie en de lidstaten in dit verband om na te gaan hoe de herziening van de verordening Brussel-I kan worden gesteund (20);

32.

VERZOEKT de Commissie na te gaan of het niet wenselijk is een gewijzigd voorstel voor een richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen ter bestrijding van namaak en piraterij in te dienen. In dat verband dient zij te onderzoeken hoe belangrijk het is dat wordt opgetreden, wil men de effectieve toepassing verzekeren van een Uniebeleid op een terrein waar harmonisatie heeft plaatsgegrepen, en het effect, de kosten en de baten van nieuwe maatregelen in kaart te brengen;

33.

VERZOEKT het waarnemingscentrum te bevorderen dat regelmatig deskundigenbijeenkomsten worden belegd, met vertegenwoordigers van overheden, particuliere instanties en consumentenorganisaties, om met meer succes en adequater te kunnen reageren tegen namaak en piraterij. Het waarnemingscentrum zal bijzondere aandacht besteden aan het compileren van de beste praktijken bij de overheid en in de privésector, en van de gedragscodes van de privésector. Het waarnemingscentrum moet in zijn jaarverslag rekening houden met de conclusies van de deskundigenbijeenkomsten en de desbetreffende rondetafels;

34.

BEVORDERT het gebruik, binnen de grenzen van de gegevensbeschermingswetgeving, van het in 's Raads resolutie van 25 september 2008 bedoelde Europees netwerk voor administratieve samenwerking, met het oog op snellere informatie-uitwisseling en onderlinge bijstand tussen de autoriteiten die met de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten zijn belast;

35.

VERZOEKT het waarnemingscentrum jaarlijks een uitvoerig verslag te publiceren over de reikwijdte, de omvang en de hoofdkenmerken van namaak en piraterij, en het effect ervan op de interne markt. Dit verslag moet worden opgesteld aan de hand van de informatie die de lidstaatautoriteiten, de Commissie en de privésector binnen de grenzen van de gegevensbeschermingswetgeving hebben verstrekt;

36.

VERZOEKT het waarnemingscentrum de oorzaken, consequenties en gevolgen van de schending van intellectuele eigendom te bestuderen uit het oogpunt van innovatie, concurrentievermogen, de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, creativiteit en culturele verscheidenheid in de interne markt, en te onderzoeken of niet op het niveau van de Europese Unie opleidingsprogramma's moeten worden opgezet voor personen die bij de bestrijding van namaak en piraterij zijn betrokken;

37.

VERZOEKT de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten na te gaan hoe — met medewerking van het bedrijfsleven — coördinatie, samenwerking, informatie-uitwisseling en onderlinge bijstand tussen alle nationale en Europese autoriteiten die bij de bestrijding van namaak en piraterij zijn betrokken, kunnen worden verbeterd;

38.

VERZOEKT de lidstaten en de Commissie MET AANDRANG na te gaan hoe de in de Europese Unie en de nationale bureaus voor intellectuele eigendom voorhanden ervaring en kennis het beste kan worden aangewend om de mogelijkheden inzake voorlichting van de rechthebbenden — in het bijzonder de kleine en middelgrote ondernemingen — namelijk versterking van de bestaande, en eventueel opening van nieuwe portaalsites of helpdesks die hen in staat stellen hun intellectuele eigendom op effectieve en efficiënte wijze te beschermen, te verkennen;

39.

IS INGENOMEN MET de nieuwe, innovatieve aanpak waarmee de Commissie mogelijkheden schept voor een dialoog waarin de belanghebbenden vrijwillige maatregelen overeenkomen om, conform het rechtskader, namaak en piraterij terug te dringen;

40.

MOEDIGT de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden AAN de bestaande dialoog voort te zetten en resoluut aan te sturen op akkoorden over vrijwillige, praktische maatregelen om namaak en piraterij in de interne markt, al dan niet online, terug te dringen;

41.

VERZOEKT de lidstaten de in het voorgaande punt bedoelde maatregelen aan de Commissie mee te delen, en MOEDIGT de Commissie AAN om zich samen met de lidstaten en het bedrijfsleven te buigen over de doeltreffendheid van deze akkoorden in de strijd tegen namaak in de interne markt, ten einde uit te maken wat momenteel de beste praktijken zijn;

42.

VERZOEKT de Commissie om, binnen de grenzen van de bevoegdheid van de Europese Unie, in de gevallen waarin de dialoog tussen de belanghebbenden geen overeenstemming oplevert, de situatie samen met de lidstaten kritisch te bekijken en, indien nodig en wenselijk, voorstellen voor een adequate follow-up, met name wetgevingsvoorstellen, aan te reiken;

43.

VERZOEKT de lidstaten en de Commissie ernaar te streven een adequate, effectieve mate van bescherming van intellectuele eigendom — via bilaterale en multilaterale internationale overeenkomsten, waarin terdege recht wordt gedaan aan het acquis van de Unie — te bevorderen.


(1)  COM(2009) 467 definitief van 11 september 2009.

(2)  PB C 253 van 4.10.2008, blz. 1.

(3)  COM(2008) 465 definitief van 16 juli 2008.

(4)  PB L 195 van 2.6.2004, blz. 16.

(5)  PB L 196 van 2.8.2003, blz. 7.

(6)  PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10.

(7)  PB L 111 van 5.5.2009, blz. 16.

(8)  PB C 319 van 13.12.2008, blz. 15.

(9)  PB C 140 van 6.6.2008, blz. 8.

(10)  PB C 301 van 11.12.2009, blz. 12.

(11)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(12)  PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37.

(13)  PB C 260 van 30.10.2009, blz. 1.

(14)  PB C 71 van 25.3.2009, blz. 1.

(15)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.

(16)  PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.

(17)  Raadsdocument 13024/09.

(18)  PB L 176 van 7.7.2009, blz. 17.

(19)  De Commissie zal de lidstaten en de Raad, alsmede, waar passend, het Europees Parlement en de relevante belanghebbenden, verder op de hoogte houden.

(20)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1).