3.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 150/13


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 15 mei 2006

waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 21 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2006/388/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en met name op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van die richtlijn afwijkende maatregelen in te voeren, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

(2)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 28 juni 2005, heeft Litouwen verzocht om maatregelen te mogen toepassen die afwijken van artikel 21 van Richtlijn 77/388/EEG.

(3)

Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 22 augustus 2005 van het verzoek van Litouwen in kennis gesteld. Bij brief van 23 augustus 2005 heeft de Commissie Litouwen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

In artikel 21, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG, zoals dit luidt in artikel 28 octies van deze richtlijn, is bepaald dat in het binnenlandse verkeer de BTW verschuldigd is door de belastingplichtige die een belastbare levering van goederen of een belastbare dienst verricht.

(5)

De door Litouwen gevraagde derogatie strekt ertoe onder bepaalde voorwaarden de ontvanger van leveringen van goederen en diensten aan te merken als de tot voldoening van de daarover verschuldigde BTW gehouden persoon in geval van insolventieprocedures of reorganisatieprocedures onder gerechtelijk toezicht, houttransacties, leveringen van ferro- en non-ferroafval en bouwwerkzaamheden.

(6)

Belastingplichtigen die zich in een insolventieprocedure of een reorganisatieprocedure onder gerechtelijk toezicht bevinden, kunnen vanwege financiële moeilijkheden vaak niet de BTW afdragen die in rekening wordt gebracht over de goederen en diensten die zij leveren. De ontvanger kan echter wel de BTW in aftrek brengen, ook al heeft de leverancier of dienstverrichter deze niet voldaan.

(7)

Op de houtmarkt in Litouwen doen zich problemen voor die het gevolg zijn van het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is. De markt wordt gekenmerkt door kleine lokale bedrijven, vaak wederverkopers en tussenpersonen, die door de belastingdiensten moeilijk te controleren zijn. De meest gebruikelijke vorm van fraude bestaat erin dat bedrijven een factuur afgeven voor de leveringen die zij verrichten, maar vervolgens verdwijnen zonder de BTW te voldoen, terwijl de klant over een geldige factuur beschikt om de voorbelasting in aftrek te brengen.

(8)

Hetzelfde probleem waarbij in rekening gebrachte BTW niet wordt afgedragen, doet zich voor in de Litouwse afvalrecyclingbranche van ferro- en non-ferrometalen.

(9)

Er is ook sprake van een vergelijkbaar probleem in de Litouwse bouwsector, met name met betrekking tot de BTW die in rekening wordt gebracht door onderaannemers die vervolgens verdwijnen.

(10)

Door in bovenstaande gevallen, die negatieve gevolgen hebben voor de overheidsfinanciën, de ontvanger aan te wijzen als de tot voldoening van de BTW gehouden persoon, maakt de derogatie een einde aan de moeilijkheden die zich voordoen zonder dat wordt geraakt aan het verschuldigde BTW-bedrag. Hierdoor wordt het eenvoudiger voor de belastingdiensten om de BTW te heffen en bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

(11)

De maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen, omdat hij geen algemene strekking heeft, maar slechts geldt voor specifieke handelingen en sectoren waarmee zich aanzienlijke moeilijkheden voordoen op het gebied van de belastingheffing of ingevolge belastingfraude of -ontwijking.

(12)

Aan andere lidstaten werden soortgelijke derogaties toegestaan en deze zijn doeltreffend gebleken.

(13)

De machtiging moet worden beperkt tot 31 december 2009, zodat op basis van de tot op die datum opgedane ervaring kan worden beoordeeld of de derogatie nog altijd gerechtvaardigd is. Op 16 maart 2005 heeft de Commissie evenwel een voorstel ingediend waarbij een aantal derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG (2) wordt gerationaliseerd. Daarom moet de geldigheid van deze beschikking voor de punten die in dit voorstel worden geregeld, worden beëindigd wanneer deze richtlijn in werking treedt.

(14)

De derogatie heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschappen uit de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In afwijking van artikel 21, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG, zoals dit luidt in artikel 28 octies van deze richtlijn, wordt Litouwen gemachtigd om de belastingplichtige ontvanger van de goederen of de diensten als bedoeld in artikel 2 aan te wijzen als de tot voldoening van de BTW gehouden persoon.

Artikel 2

In de volgende gevallen mag de ontvanger van de goederen of de diensten worden aangewezen als de tot voldoening van de BTW gehouden persoon:

1)

leveringen van goederen of diensten door een belastingplichtige die zich in een insolventieprocedure of een reorganisatieprocedure onder gerechtelijk toezicht bevindt;

2)

leveringen van hout;

3)

leveringen van ferroresten en -afval, residuen en andere materialen voor hergebruik bestaande uit ferro- en non-ferrometalen;

4)

bouwwerkzaamheden door een onderaannemer ten behoeve van een hoofdaannemer, een andere onderaannemer of een ondernemer die zijn eigen bouwwerkzaamheden verricht.

Artikel 3

De in artikel 1 verleende machtiging vervalt op 31 december 2009. De punten 1, 3 en 4 van artikel 2 verliezen evenwel hun werking op de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot rationalisering van de derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG, waarin een bijzondere BTW-regeling voor de desbetreffende sector is opgenomen, mits deze datum voor 31 december 2009 valt.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Litouwen.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/18/EG (PB L 51 van 22.2.2006, blz. 12).

(2)  PB C 125 van 24.5.2005, blz. 12.