2.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 357/33


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 19 november 2004

waarbij Duitsland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen in afwijking van artikel 17 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2004/817/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), met name op artikel 27, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij een op 22 maart 2004 bij het secretariaat-generaal van de Commissie geregistreerde brief hebben de Duitse autoriteiten toestemming gevraagd om een afwijkende maatregel waarvoor de Raad bij artikel 1 van zijn Beschikking 2000/186/EG (2) machtiging had verleend, te mogen blijven toepassen.

(2)

De andere lidstaten zijn op 6 augustus 2004 van dit verzoek in kennis gesteld.

(3)

De afwijkende maatregel heeft betrekking op de totale uitsluiting van het recht op aftrek van de BTW op uitgaven voor goederen en diensten die voor meer dan 90 % van het totale gebruik voor de privé-behoeften van de belastingplichtige of diens werknemers, of meer in het algemeen voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Deze van artikel 17 van Richtlijn 77/388/EEG, gewijzigd bij artikel 28, onder f), van die richtlijn, afwijkende maatregel wordt gerechtvaardigd door de noodzaak de BTW-heffing te vereenvoudigen en beïnvloedt de in het stadium van het eindverbruik verschuldigde belasting niet noemenswaardig.

(4)

De machtiging verviel op 30 juni 2004 (3), hoewel de juridische en feitelijke elementen die de toepassing van de bedoelde vereenvoudigingsmaatregel rechtvaardigen, niet zijn veranderd en nog steeds bestaan.

(5)

Het Hof besloot in zijn recente arrest van 29 april 2004 (zaak C-17/01) dat het onderzoek van de procedure, voorafgaand aan de goedkeuring van Beschikking 2000/186/EG, geen onregelmatigheid aan het licht had gebracht die de geldigheid van die beschikking zou kunnen beïnvloeden; Duitsland dient derhalve te worden gemachtigd de vereenvoudigingsmaatregel toe te passen tot en met 31 december 2009.

(6)

De afwijking heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschappen uit hoofde van de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG wordt Duitsland gemachtigd de BTW op uitgaven voor goederen en diensten van het recht op aftrek uit te sluiten, wanneer deze goederen en diensten voor meer dan 90 % van het totale gebruik voor de privé-doeleinden van de belastingplichtige of diens werknemers of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2009.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 19 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. P. H. DONNER


(1)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).

(2)  PB L 59 van 4.3.2000, blz. 12.

(3)  Beschikking 2003/354/EG (PB L 123 van 17.5.2003, blz. 47).