32003H0670

Aanbeveling van de Commissie van 19 september 2003 betreffende de Europese lijst van beroepsziekten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3297)

Publicatieblad Nr. L 238 van 25/09/2003 blz. 0028 - 0034


Aanbeveling van de Commissie

van 19 september 2003

betreffende de Europese lijst van beroepsziekten

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3297)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/670/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De lidstaten hebben Aanbeveling 90/326/EEG van de Commissie van 22 mei 1990 betreffende de goedkeuring van een Europese lijst van beroepsziekten(1) grotendeels uitgevoerd en zich, zoals is vermeld in de mededeling van de Commissie van 1996 over de Europese lijst van beroepsziekten(2), vooral bijzonder ingespannen om zich aan te passen aan de bepalingen van bijlage I van de aanbeveling.

(2) In de periode die is verlopen sinds Aanbeveling 90/326/EEG verscheen, is dankzij de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen meer inzicht verkregen in het ontstaansmechanisme van bepaalde beroepsziekten en de causale verbanden. Het is daarom dienstig een nieuwe aanbeveling uit te brengen waarvan de tekst, de Europese lijst van beroepsziekten en de aanvullende lijst aan deze gewijzigde inzichten zijn aangepast.

(3) De ervaring die sinds 1990 is opgedaan dankzij de follow-up van Aanbeveling 90/326/EEG in de lidstaten heeft duidelijk gemaakt welke aspecten verbeterd kunnen worden om de doelstellingen van die aanbeveling beter te verwezenlijken, met name wat betreft de preventie en de verzameling en vergelijkbaarheid van gegevens.

(4) De mededeling van de Commissie "Zich aanpassen aan de veranderingen in werk en samenleving: een nieuwe communautaire gezondheids- en veiligheidsstrategie 2002-2006"(3) hecht bijzonder belang aan een betere preventie van beroepsziekten. Deze aanbeveling dient bij uitstek het instrument voor preventie op communautair niveau te zijn.

(5) Bovengenoemde mededeling onderstreept dat het van groot belang is om alle actoren - met name de overheden en de sociale partners - bij de verbetering van de gezondheid en veiligheid op het werk te betrekken, in het kader van een goed bestuur dat steunt op deelname van iedereen, overeenkomstig het witboek over Europese governance(4). Daarom is het dienstig om de lidstaten te verzoeken alle actoren actief te betrekken bij de ontwikkeling van doeltreffende maatregelen om beroepsziekten te voorkomen.

(6) Volgens bovengenoemde mededeling moeten er ook gekwantificeerde nationale doelstellingen worden vastgesteld om het aantal gevallen van erkende beroepsziekten omlaag te brengen.

(7) De resolutie van de Raad van 3 juni 2002 over een nieuwe communautaire strategie inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk 2002-2006(5) verzoekt de lidstaten om een preventiebeleid op te zetten en uit te voeren dat gecoördineerd en samenhangend is en aangepast aan de nationale situaties, met meetbare doelstellingen voor het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten, in het bijzonder in de sectoren waar de ongevallencijfers boven het gemiddelde liggen.

(8) Het bij Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad(6) opgerichte Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk heeft onder andere tot taak de communautaire instanties en de lidstaten de objectieve technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor het opstellen en uitvoeren van beleid om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen en technische, wetenschappelijke en economische informatie in de lidstaten te verzamelen en te verspreiden. In dat verband dient het Agentschap ook een belangrijke rol te spelen bij de uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken op het gebied van de preventie van beroepsziekten.

(9) De nationale gezondheidsstelsels kunnen een belangrijke rol spelen ten behoeve van een betere preventie van beroepsziekten, in het bijzonder door betere bewustmaking van de gezondheidswerkers teneinde de kennis en de diagnostiek van deze ziekten te verbeteren,

DOET DE VOLGENDE AANBEVELING:

Artikel 1

Onverminderd gunstiger nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen wordt de lidstaten aanbevolen om:

1. zo spoedig mogelijk in hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de wetenschappelijk erkende beroepsziekten die voor schadeloosstelling in aanmerking kunnen komen en waarvoor preventieve maatregelen moeten worden getroffen, de in bijlage I vervatte Europese lijst van beroepsziekten op te nemen;

2. zich ervoor in te zetten in hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen een recht op schadeloosstelling wegens beroepsziekte op te nemen van de werknemer die aan een niet in bijlage I voorkomende aandoening lijdt waarvan de beroepsgerelateerde oorsprong en aard kunnen worden vastgesteld, vooral indien deze aandoening in bijlage II voorkomt;

3. maatregelen voor een doeltreffende preventie van de in de Europese lijst in bijlage I vermelde beroepsziekten te ontwikkelen en te verbeteren, met actieve inschakeling van alle betrokken actoren en zo nodig uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken via het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk;

4. gekwantificeerde nationale doelstellingen te formuleren om het aantal gevallen van erkende beroepsziekten omlaag te brengen, waarbij prioriteit wordt toegekend aan de in de Europese lijst van bijlage I opgenomen beroepsziekten;

5. de aangifte van alle gevallen van beroepsziekten te waarborgen en hun statistieken van beroepsziekten geleidelijk met de Europese lijst in bijlage I verenigbaar te maken en in overeenstemming te brengen met het geharmoniseerde systeem van de Europese statistiek van beroepsziekten, zodat voor elk geval van beroepsziekte informatie over het oorzakelijk agens of de oorzakelijke factor, de medische diagnose en het geslacht van de betrokkene beschikbaar is;

6. een systeem voor informatie- en/of gegevensverzameling betreffende de epidemiologie van de in bijlage II beschreven ziekten of andere beroepsgerelateerde ziekten op te zetten;

7. het onderzoek te bevorderen op het gebied van aandoeningen ten gevolge van beroepsuitoefening, met name wat de in bijlage II beschreven aandoeningen alsmede arbeidsgebonden stoornissen van psychosociale aard betreft;

8. te zorgen voor een ruime verspreiding van documentatie ter ondersteuning van de diagnostiek van op hun nationale lijst voorkomende beroepsziekten, daarbij met name rekening houdend met de door de Commissie uitgebrachte "Information notices on diagnosis of occupational diseases";

9. de statistische en epidemiologische gegevens met betrekking tot op nationaal niveau erkende beroepsziekten aan de Commissie door te geven en voor de belanghebbende kringen toegankelijk te maken, met name via het door het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk opgezette informatienetwerk;

10. te bevorderen dat de nationale gezondheidsstelsels actief bijdragen tot de preventie van beroepsziekten, met name door betere bewustmaking van de gezondheidswerkers teneinde de kennis en de diagnostiek van deze ziekten te verbeteren.

Artikel 2

De lidstaten leggen zelf, aan de hand van de aldaar geldende wetgeving of nationale praktijken, de criteria voor erkenning van iedere beroepsziekte vast.

Artikel 3

Deze aanbeveling komt in de plaats van Aanbeveling 90/326/EEG.

Artikel 4

De lidstaten wordt verzocht de Commissie uiterlijk op 31 december 2006 in te lichten omtrent de maatregelen die zij hebben genomen om aan deze aanbeveling gevolg te geven.

Gedaan te Brussel, 19 september 2003.

Voor de Commissie

Anna Diamantopoulou

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1990, blz. 39.

(2) COM(96) 454 def.

(3) COM(2002) 118 def.

(4) COM(2001) 428 def.

(5) PB C 161 van 5.7.2002, blz. 1.

(6) PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1.

BIJLAGE I

Europese lijst van beroepsziekten

De op deze lijst voorkomende ziekten moeten rechtstreeks verband houden met het uitgeoefende beroep. De Commissie zal de criteria voor erkenning van elke hierna genoemde beroepsziekte vastleggen.

1. Door de volgende chemische agentia veroorzaakte ziekten

100 Acrylnitril

101 Arseen en arseenverbindingen

102 Beryllium en berylliumverbindingen

103.01 Koolstofmonoxide

103.02 Fosgeen

104.01 Blauwzuur

104.02 Cyaniden en verbindingen daarvan

104.03 Isocyanaten

105 Cadmium en cadmiumverbindingen

106 Chroom en chroomverbindingen

107 Kwik en kwikverbindingen

108 Mangaan en mangaanverbindingen

109.01 Salpeterzuur

109.02 Stikstofoxiden

109.03 Ammoniak

110 Nikkel en nikkelverbindingen

111 Fosfor en fosforverbindingen

112 Lood en loodverbindingen

113.01 Zwaveloxiden

113.02 Zwavelzuur

113.03 Koolstofdisulfide

114 Vanadium en vanadiumverbindingen

115.01 Chloor

115.02 Broom

115.04 Jood

115.05 Fluor en fluorverbindingen

116 Alifatische en alicyclische koolwaterstoffen uit petroleumether en benzine

117 Gehalogeneerde derivaten van alifatische en alicyclische koolwaterstoffen

118 Butyl-, methyl- en isopropylalcohol

119 Ethyleenglycol, diethyleenglycol, 1,4-butaandiol en nitroderivaten van glycolen en glycerol

120 Methylether, ethylether, isopropylether, vinylether, dichloorisopropylether, guaiacolmethylether en ethyleenglycolmonoethylether

121 Aceton, chlooraceton, broomaceton, hexafluoraceton, methylethylketon, methyl-n-butylketon, methylisobutylketon, diacetonalcohol, mesityloxide en 2-methylcyclohexanon

122 Organofosforesters

123 Organische zuren

124 Formaldehyde

125 Alifatische nitroderivaten

126.01 Benzeen en homologen daarvan (benzeenhomologen worden aangeduid met de formule CnH2n-6)

126.02 Naftalenen en homologen daarvan (naftaleenhomologen worden aangeduid met de formule CnH2n-12)

126.03 Vinylbenzeen en divinylbenzeen

127 Halogeenderivaten van aromatische koolwaterstoffen

128.01 Fenolen en homologen en halogeenderivaten daarvan

128.02 Naftolen en homologen en halogeenderivaten daarvan

128.03 Halogeenderivaten van alkylaryloxiden

128.04 Halogeenderivaten van alkylarylsulfiden

128.05 Benzochinonen

129.01 Aromatische aminen en aromatische hydrazinen en halogeen-, fenol-, nitroso-, nitro- en sulfonderivaten daarvan

129.02 Alifatische aminen en halogeenderivaten daarvan

130.01 Nitroderivaten van aromatische koolwaterstoffen

130.02 Nitroderivaten van fenolen en homologen

131 Antimoon en antimoonderivaten

132 Salpeterzure esters

133 Waterstofsulfide

135 Door niet onder andere posten opgenomen organische oplosmiddelen veroorzaakte encefalopathieën

136 Door niet onder andere posten opgenomen organische oplosmiddelen veroorzaakte polyneuropathieën

2. Door niet onder andere posten opgenomen stoffen en agentia veroorzaakte huidziekten

201 Huidziekten en huidkanker, veroorzaakt door:

201.01 Roet

201.03 Teer

201.02 Bitumen

201.04 Pek

201.05 Antraceen en antraceenverbindingen

201.06 Minerale oliën en vetten

201.07 Ruwe paraffine

201.08 Carbazool en carbazoolverbindingen

201.09 Bijproducten van de steenkooldistillatie

202 Dermatites en dermatosen, veroorzaakt in het arbeidsmilieu door wetenschappelijk erkende allergenen of irriterende stoffen die niet onder andere posten zijn opgenomen

3. Door het inademen van niet onder andere posten opgenomen stoffen en agentia veroorzaakte ziekten

301 Ziekten van het ademhalingsstelsel en kanker

301.11 Silicose

301.12 Silicose gepaard met longtuberculose

301.21 Asbestose

301.22 Mesothelioom, veroorzaakt door de inademing van asbeststof

301.31 Pneumoconiosen, veroorzaakt door stof van silicaten

302 Complicatie van asbestose door bronchuscarcinoom

303 Bronchopulmonale aandoeningen, veroorzaakt door stof van gesinterde metalen

304.01 Extrinsieke allergische alveolitis

304.02 Longaandoeningen, veroorzaakt door de inademing van stof en vezels van katoen, vlas, hennep, jute, sisal en bagasse

304.04 Aandoeningen van de ademhalingswegen, veroorzaakt door de inademing van stof van kobalt, tin, barium en grafiet

304.05 Siderose

305.01 Door houtstof veroorzaakte kanker van de bovenste ademhalingswegen

304.06 Allergisch astma, veroorzaakt door de inademing van als zodanig erkende en aan het soort werk inherente allergenen

304.07 Allergische rinitis, veroorzaakt door de inademing van als zodanig erkende en aan het soort werk inherente allergenen

306 Fibrotische aandoeningen van de pleura, met longfunctiestoornissen, veroorzaakt door asbest

307 Chronische obstructieve bronchitis of emfyseem bij mijnwerkers

308 Longkanker, veroorzaakt door de inademing van asbeststof

309 Bronchopulmonale aandoeningen ten gevolge van stof of rook van aluminium of verbindingen daarvan

310 Bronchopulmonale aandoeningen, veroorzaakt door stof van thomasslakken

4. Infectie- en parasitaire ziekten

401 Infectie- en parasitaire ziekten die door dieren of dierlijke resten op mensen worden overgebracht

402 Tetanus

403 Brucellose

404 Virushepatitis

405 Tuberculose

406 Amoebiasis

407 Andere door het werk veroorzaakte infectieziekten van het personeel dat zich bezighoudt met preventie, gezondheidszorg, hulp aan huis en andere soortgelijke werkzaamheden waarvoor een bewezen infectierisico bestaat

5. Door de volgende fysische agentia veroorzaakte beroepsziekten

502.01 Staar, veroorzaakt door thermische straling

502.02 Conjunctivale aandoeningen als gevolg van de blootstelling aan ultraviolette straling

503 Hardhorendheid of doofheid ten gevolge van lawaai

504 Caissonziekte

505.01 Osteoarticulaire aandoeningen van de handen en polsen ten gevolge van mechanische trillingen

505.02 Angioneurotische aandoeningen veroorzaakt door mechanische trillingen

506.10 Ontsteking van de periarticulaire slijmbeurzen als gevolg van druk

506.11 Bursitis pre- en infrapatellaris

506.12 Bursitis olecrani

506.13 Bursitis van de schouder

506.21 Ontstekingen door overbelasting van peesscheden

506.22 Ontstekingen door overbelasting van het weefsel van peesscheden

506.23 Ontstekingen door overbelasting van de inplantingen van spieren en pezen

506.30 Meniscuslaesies als gevolg van langdurig werken in geknielde of gehurkte houding

506.40 Zenuwverlamming door druk

506.45 Carpale-tunnelsyndroom

507 Nystagmus van mijnwerkers

508 Ziekten veroorzaakt door ioniserende straling

BIJLAGE II

Aanvullende lijst van ziekten die vermoedelijk door de beroepsuitoefening veroorzaakt worden, gemeld zouden moeten worden en in de toekomst in bijlage I van de Europese lijst opgenomen zouden kunnen worden

2.1. Door de volgende chemische agentia veroorzaakte ziekten

2.101 Ozon

2.102 Andere dan de in rubriek 1.116 van bijlage I bedoelde alifatische koolwaterstoffen

2.103 Bifenyl

2.104 Decaline

2.105 Aromatische zuren - aromatische anhydriden en halogeenderivaten daarvan

2.106 Difenyloxide

2.107 Tetrahydrofuran

2.108 Thiofeen

2.109 Methacrylnitril

Acetonitril

2.111 Thioalcoholen

2.112 Mercaptanen en thio-ethers

2.113 Thallium en thalliumverbindingen

2.114 Niet onder rubriek 1.118 van bijlage I bedoelde alcoholen en halogeenderivaten daarvan

2.115 Niet onder rubriek 1.119 van bijlage I bedoelde glycolen en halogeenderivaten daarvan

2.116 Niet onder rubriek 1.120 van bijlage I bedoelde ethers en halogeenderivaten daarvan

2.117 Niet onder rubriek 1.121 van bijlage I bedoelde ketonen en halogeenderivaten daarvan

2.118 Niet onder rubriek 1.122 van bijlage I bedoelde esters en halogeenderivaten daarvan

2.119 Furfural

2.120 Thiofenolen en homologe verbindingen en halogeenderivaten daarvan

2.121 Zilver

2.122 Seleen

2.123 Koper

2.124 Zink

2.125 Magnesium

2.126 Platina

2.127 Tantaal

2.128 Titaan

2.129 Terpenen

2.130 Boranen

2.140 Door inademing van parelmoerstof veroorzaakte ziekten

2.141 Door hormonale stoffen veroorzaakte ziekten

2.150 Cariës van de tanden ten gevolge van werkzaamheden in de chocolade-, suiker- en meelindustrie

2.160 Siliciumdioxide

2.170 Niet onder andere posten opgenomen polycyclische aromatische koolwaterstoffen

2.190 Dimethylformamide

2.2. Door niet onder andere posten opgenomen stoffen en agentia veroorzaakte huidziekten

2.201 Niet in bijlage I erkende allergische en ortho-ergische dermatites en dermatosen

2.3. Door het inademen van niet onder andere posten opgenomen stoffen veroorzaakte ziekten

2.301 Aan niet in de Europese lijst opgenomen metalen te wijten longfibrosen

2.303 Bronchopulmonale aandoeningen en kanker ten gevolge van blootstelling aan:

- roet

- teer

- bitumen

- pek

- antraceen en verbindingen daarvan

- minerale oliën en vetten

2.304 Bronchopulmonale aandoeningen ten gevolge van minerale kunstvezels

2.305 Bronchopulmonale aandoeningen ten gevolge van synthetische vezels

2.307 Aandoeningen van de ademhalingswegen, in het bijzonder astma, veroorzaakt door niet in bijlage I opgenomen irriterende stoffen

2.308 Kanker van het strottenhoofd, veroorzaakt door de inademing van asbeststof

2.4. Niet in bijlage I opgenomen infectie- en parasitaire ziekten

2.401 Parasitaire ziekten

2.402 Tropische ziekten

2.5. Door fysische agentia veroorzaakte ziekten

2.501 Afscheuring door overbelasting van de doornuitsteeksels

2.502 Discopathie van de dorsolumbale wervelkolom als gevolg van herhaalde verticale lichaamstrillingen

2.503 Noduli van de stembanden door intensief beroepsmatig stemgebruik