31992D0544

92/544/EEG: Beschikking van de Raad van 23 november 1992 waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd verschillende maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 17 en artikel 22, leden 3, 4 en 5, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting

Publicatieblad Nr. L 351 van 02/12/1992 blz. 0032 - 0032


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 23 november 1992 waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd verschillende maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 17 en artikel 22, leden 3, 4 en 5, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (92/544/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), inzonderheid op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad, krachtens artikel 27, lid 1, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen elke Lid-Staat kan machtigen bijzondere, van de bepalingen van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen ten einde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen;

Overwegende dat de Franse Republiek bij brief, die op 12 maart 1992 bij de Commissie werd geregistreerd, heeft verzocht te worden gemachtigd maatregelen te nemen die enerzijds strekken tot inhouding bij de bron van de door auteurs verschuldigde belasting, alsmede tot toepassing van een forfaitair percentage voor het recht op aftrek dat auteurs hebben en anderzijds het mogelijk maken dat auteurs uitdrukkelijk van deze regeling afzien;

Overwegende dat deze maatregelen afwijken van artikel 17 van voornoemde richtlijn betreffende het ontstaan en de omvang van het recht op aftrek alsmede van artikel 22, leden 3, 4 en 5, betreffende de verplichtingen van degenen die tot voldoening van de belasting gehouden zijn;

Overwegende dat de andere Lid-Staten op 10 april 1992 van het door de Franse Republiek ingediende verzoek in kennis werden gesteld;

Overwegende dat de voorgestelde maatregelen tot vereenvoudiging van de wijze van heffing van de belasting de auteurs van geesteswerken hun belastingplicht beter doen aanvaarden;

Overwegende dat aan het verzoek op bepaalde voorwaarden kan worden voldaan;

Overwegende dat de machtiging tijdelijk zal zijn ten einde het effect van de toepassing van deze maatregelen te kunnen beoordelen;

Overwegende dat de Commissie uiterlijk op 31 december 1996 aan de Raad een verslag zal uitbrengen over de toepassing van de afwijkende maatregelen, eventueel vergezeld gaande van een voorstel voor een beschikking tot verlenging van de machtiging;

Overwegende dat de afwijkende maatregelen geen effect zullen hebben op de eigen middelen van de Gemeenschap uit de belasting over de toegevoegde waarde,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 17 en artikel 22, leden 3, 4 en 5, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG wordt de Franse Republiek gemachtigd om van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1996:

- de door auteurs van geesteswerken verschuldigde belasting bij de bron te doen inhouden wanneer de auteursrechten die zij ontvangen worden uitgekeerd door uitgevers, maatschappijen voor de inning en verdeling van de rechten of door producers;

- op de auteursrechten een forfaitair percentage van 0,80 toe te passen uit hoofde van het recht op aftrek dat de auteurs kunnen doen gelden. Het aldus vastgestelde bedrag van het recht op aftrek sluit elke andere aftrek uit.

Artikel 2

Aan de hand van een verslag van de Commissie over de toepassing van de in artikel 1 bedoelde machtiging, eventueel vergezeld gaande van een voorstel voor een beschikking, besluit de Raad, op grond van dit eventuele voorstel, uiterlijk op 31 december 1996 of genoemde machtiging wordt verlengd.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek. Gedaan te Brussel, 23 november 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

N. LAMONT

(1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/680/EEG (PB nr. L 376 van 31. 12. 1991, blz. 1).