*****

Toepassing van artikel 27 van de zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de belasting over de toegevoegde waarde (1)

(Machtiging van een door de Regering van het Verenigd Koninkrijk gevraagde afwijkende maatregel)

Per brief van 18 februari 1987 heeft de Britse Regering ingevolge de voornoemde bepalingen de Commissie verzocht om een verlenging met twee jaar van een van de zesde richtlijn afwijkende maatregel, waarvoor voor een eerste periode van twee jaar toestemming was verleend bij Besluit 85/369/EEG van de Raad van 13 juni 1985 (2).

Met deze afwijkende maatregel wordt beoogd, belastingontwijking te voorkomen door de toepassing van een regeling voor de inning van de belasting over de toegevoegde waarde in gevallen waarin het verkoopsysteem van bepaalde ondernemingen gebaseerd is op de verkoop van hun produkten aan niet-belastingplichtige wederverkopers.

De Commissie heeft de andere Lid-Staten bij brief van 24 maart 1987 in kennis gesteld van het verzoek om verlenging.

Overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van artikel 27 van de zesde richtlijn wordt het besluit van de Raad geacht te zijn genomen indien noch de Commissie noch een Lid-Staat binnen twee maanden na de in de voorgaande alinea bedoelde kennisgeving, om behandeling van de zaak door de Raad heeft verzocht.

Daar noch de Commissie noch een Lid-Staat binnen die termijn om deze behandeling heeft verzocht, wordt het besluit van de Raad geacht te zijn genomen op 25 mei 1987.

(1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

(2) PB nr. L 199 van 31. 7. 1985, blz. 60.