31983D0573

83/573/EEG: Beschikking van de Raad van 26 oktober 1983 betreffende tegenmaatregelen op het gebied van de internationale koopvaardij

Publicatieblad Nr. L 332 van 28/11/1983 blz. 0037 - 0037
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0178
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0178


++++

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 26 oktober 1983

betreffende tegenmaatregelen op het gebied van de internationale koopvaardij

( 83/573/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 84 , lid 2 ,

Overwegende dat uit de resultaten van het overeenkomstig de Beschikkingen 78/774/EEG ( 1 ) , 79/4/EEG ( 2 ) , 80/1181/EEG ( 3 ) , 81/189/EEG ( 4 ) en 82/870/EEG ( 5 ) ingestelde informatiesysteem over de koopvaardig , alsmede uit de ervaringen van sommige Lid-Staten blijkt dat het dienstig is een passende Gemeenschapsprocedure te omschrijven betreffende de tegenmaatregelen die de betrokken Lid-Staten op het gebied van de internationale koopvaardij met betrekking tot derde landen kunnen treffen ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

Indien een Lid-Staat ten aanzien van derde landen tegenmaatregelen heeft genomen op het gebied van de internationale koopvaardij of voornemens is zulks te doen , pleegt hij met de andere Lid-Staten en de Commissie overleg overeenkomstig de overlegprocedure ingesteld bij Beschikking 77/587/EEG ( 6 ) .

Artikel 2

1 . In het kader van het in artikel 1 bedoelde overleg trachten de Lid-Staten tot een gezamenlijk standpunt te komen over eventuele tegenmaatregelen .

2 . De Raad kan met eenparigheid van stemmen besluiten dat de Lid-Staten passende tegenmaatregelen die deel uitmaken van hun nationale wetgeving gezamenlijk zullen toepassen .

Artikel 3

In het kader van het in artikel 1 bedoelde overleg dienen de Lid-Staten in voorkomend geval zoveel mogelijk de volgende gegevens te verstrekken :

a ) de ontwikkelingen die aanleiding hebben gegeven tot het overwegen van tegenmaatregelen ;

b ) het vaargebied waarvoor de tegenmaatregel geldt ;

c ) de aard van de betrokken scheepvaartdienst ( bij voorbeeld lijndienst ) ;

d ) de aard van de getroffen of te treffen tegenmaatregelen ;

e ) geldigheidsduur van de tegenmaatregelen ;

f ) de verhouding van de tegenmaatregel tot de geleden schade .

Artikel 4

Het staat de Lid-Staten vrij hun nationale tegenmaatregelen unilateraal toe te passen .

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg , 26 oktober 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . MORAITIS

( 1 ) PB nr . L 258 van 21 . 9 . 1978 , blz . 35 .

( 2 ) PB nr . L 5 van 9 . 1 . 1979 , blz . 31 .

( 3 ) PB nr . L 350 van 23 . 12 . 1980 , blz . 44 .

( 4 ) PB nr . L 88 van 2 . 4 . 1981 , blz . 32 .

( 5 ) PB nr . L 368 van 28 . 12 . 1982 , blz . 42 .

( 6 ) PB nr . L 239 van 17 . 9 . 1977 , blz . 23 .