02019R2144 — NL — 05.09.2022 — 002.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2019/2144 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 27 november 2019

betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 325 van 16.12.2019, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1243 VAN DE COMMISSIE van 19 april 2021

  L 272

11

30.7.2021

►M2

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1341 VAN DE COMMISSIE van 23 april 2021

  L 292

4

16.8.2021

►M3

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1958 VAN DE COMMISSIE van 23 juni 2021

  L 409

1

17.11.2021

►M4

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/545 VAN DE COMMISSIE van 26 januari 2022

  L 107

18

6.4.2022

►M5

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1398 VAN DE COMMISSIE van 8 juni 2022

  L 213

1

16.8.2022


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 398, 11.11.2021, blz.  29 (2019/2144)




▼B

VERORDENING (EU) 2019/2144 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 27 november 2019

betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)



HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld betreffende:

a) 

de typegoedkeuring van voertuigen en voor voertuigen ontworpen en gebouwde systemen, onderdelen en technische eenheden wat betreft de algemene kenmerken en veiligheid ervan en de bescherming en veiligheid van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers;

b) 

de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft systemen voor bandenspanningscontrole, met betrekking tot de veiligheid, brandstofefficiëntie en CO2-emissies ervan, en

c) 

de typegoedkeuring van nieuw geproduceerde banden wat betreft de veiligheid en de milieuprestaties ervan.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op voertuigen van de categorieën M, N en O, zoals gedefinieerd in artikel 4 van Verordening (EU) 2018/858, en op systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen worden ontworpen en gebouwd.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 3 van Verordening (EU) 2018/858.

Daarnaast wordt verstaan onder:

1. 

“kwetsbare weggebruikers”: niet-gemotoriseerde weggebruikers, waaronder met name fietsers en voetgangers, alsook gebruikers van gemotoriseerde tweewielers;

2. 

“bandenspanningscontrolesysteem”: een op een voertuig gemonteerd systeem dat de bandenspanning of de variatie ervan in de tijd kan meten en de gebruiker daarover informatie kan verstrekken terwijl het voertuig rijdt;

3. 

“intelligente snelheidsondersteuning”: een systeem om de bestuurder te helpen de juiste snelheid voor de wegomgeving aan te houden door hem specifieke en gepaste feedback te geven;

4. 

“ondersteuning van de installatie van een alcoholslot”: een gestandaardiseerde interface die de montage van aftermarket-alcoholsloten in motorvoertuigen vergemakkelijkt;

5. 

“vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing”: een systeem dat de alertheid van de bestuurder beoordeelt door de voertuigsystemen te analyseren en dat de bestuurder zo nodig waarschuwt;

6. 

“geavanceerde afleidingswaarschuwing”: een systeem dat de bestuurder helpt om alert te blijven met betrekking tot de verkeerssituatie en dat de bestuurder waarschuwt zodra hij afgeleid raakt;

7. 

“noodstopsignaal”: een lichtsignaalfunctie die wordt gebruikt om andere weggebruikers achter het voertuig erop te attenderen dat het voertuig sterk vertraagt in verband met de heersende omstandigheden op de weg;

8. 

“achteruitrijdetectie”: een systeem om de bestuurder attent te maken op mensen en voorwerpen die zich aan de achterkant van het voertuig bevinden met als voornaamste doel botsingen te vermijden bij het achteruitrijden;

9. 

“waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook”: een systeem om de bestuurder te waarschuwen wanneer zijn voertuig de rijstrook onbedoeld verlaat;

10. 

“geavanceerd noodremsysteem”: een systeem dat automatisch een mogelijke botsing kan detecteren en het remsysteem van het voertuig kan activeren om het voertuig af te remmen teneinde een botsing te vermijden of te verzachten;

11. 

“systeem voor rijstrookassistentie in noodsituaties”: een systeem dat de bestuurder helpt het voertuig op veilige afstand te houden ten opzichte van de grens van de rijstrook of weg, minstens wanneer de rijstrook (bijna) wordt verlaten en een botsing mogelijk is;

12. 

“hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig”: de voorziening waarmee het boordelektronicasysteem van het voertuig van de uitgeschakelde toestand, waarin het voertuig zich bevindt wanneer het is geparkeerd en de bestuurder afwezig is, in de normale bedrijfstoestand wordt gebracht;

13. 

“gegevensrecorder voor incidenten”: een systeem dat uitsluitend tot doel heeft kritische botsinggerelateerde parameters en informatie kort vóór, tijdens en onmiddellijk na een botsing te registreren en op te slaan;

14. 

“frontbeschermingsinrichting”: een of meer afzonderlijke structuren, zoals een koeienvanger, of een bijkomende bumper die bedoeld is om in combinatie met de tot de originele uitrusting behorende bumper het buitenoppervlak van het voertuig te beschermen bij een botsing met een object; structuren met een massa van minder dan 0,5 kg die bedoeld zijn om uitsluitend de lampen van het voertuig te beschermen, vallen niet onder deze definitie;

15. 

“bumper”: het onderste deel van de frontconstructie aan de buitenkant van een voertuig, met inbegrip van eventuele aanzetstukken, dat bedoeld is om het voertuig te beschermen wanneer het betrokken raakt bij een frontale botsing bij lage snelheid met een ander voertuig; echter met uitzondering van een eventuele frontbeschermingsinrichting;

16. 

“waterstofvoertuig”: elk motorvoertuig dat met waterstof als brandstof wordt aangedreven;

17. 

“waterstofsysteem”: een samenstel van onderdelen van een waterstofsysteem en verbindingsstukken die op waterstofvoertuigen zijn geïnstalleerd, met uitzondering van het waterstofaandrijfsysteem en de hulpenergiesystemen;

18. 

“waterstofaandrijfsysteem”: de energieomzetter waarmee het voertuig wordt aangedreven;

19. 

“onderdeel van een waterstofsysteem”: de waterstoftanks en alle andere delen van waterstofvoertuigen die rechtstreeks met waterstof in contact komen of die deel uitmaken van een waterstofsysteem;

20. 

“waterstoftank”: het onderdeel van het waterstofsysteem waarin het primaire volume van de waterstofbrandstof is opgeslagen;

21. 

“geautomatiseerd voertuig”: een motorvoertuig dat ontworpen en gebouwd is om zich gedurende bepaalde tijd autonoom te verplaatsen zonder permanent toezicht van de bestuurder, maar met betrekking waartoe de bestuurder nog steeds wordt geacht in te grijpen of moet ingrijpen;

22. 

“volledig geautomatiseerd voertuig”: een motorvoertuig dat ontworpen en gebouwd is om zich autonoom te verplaatsen zonder enig toezicht van de bestuurder;

23. 

“controlesysteem voor bestuurderbeschikbaarheid”: een systeem dat controleert of de bestuurder in staat is de rijfunctie in bepaalde situaties van een geautomatiseerd voertuig over te nemen, indien dit passend is;

24. 

“voertuigplatooning”: het verbinden van twee of meer voertuigen in een konvooi met behulp van connectiviteitstechnologie en systemen voor ondersteuning van geautomatiseerd rijden, waardoor de voertuigen automatisch een vooraf bepaalde, kleine afstand tot elkaar kunnen houden wanneer ze gedurende bepaalde delen van een reis met elkaar verbonden zijn en zich kunnen aanpassen aan veranderingen in de beweging van het leidende voertuig en waarbij de bestuurders nauwelijks of niet hoeven in te grijpen;

25. 

“maximummassa”: de door de fabrikant opgegeven technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand;

26. 

“A‐stijl”: de voorste en buitenste daksteun, van het chassis tot aan het dak van het voertuig.



HOOFDSTUK II

VERPLICHTINGEN VAN DE FABRIKANTEN

Artikel 4

Algemene verplichtingen en technische voorschriften

▼C1

1.  
De fabrikanten tonen aan dat voor alle nieuwe voertuigen die in de handel gebracht, geregistreerd of in gebruik genomen worden, en voor alle nieuwe systemen, onderdelen en technische eenheden die in de handel gebracht of in gebruik genomen worden, typegoedkeuring overeenkomstig deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen is verleend.

▼B

2.  
Typegoedkeuring overeenkomstig de in bijlage I vermelde VN-reglementen wordt beschouwd als EU-typegoedkeuring overeenkomstig deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.
3.  
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage I vast te stellen om rekening te houden met de technische vooruitgang en regelgevingsontwikkelingen door verwijzingen naar VN-reglementen en desbetreffende wijzigingenreeksen, waarvan de toepassing verplicht is, op te nemen en te actualiseren.
4.  
De fabrikanten zorgen ervoor dat de voertuigen zodanig worden ontworpen, gebouwd en geassembleerd dat het risico van letsel voor inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zo klein mogelijk is.
5.  

De fabrikanten zorgen er tevens voor dat de voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden vanaf de in bijlage II vermelde data in overeenstemming zijn met de in die bijlage vermelde toepasselijke voorschriften, met de nadere technische voorschriften en testprocedures die zijn vastgesteld in de gedelegeerde handelingen en met de uniforme procedures en technische specificaties die zijn vastgesteld in de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen, met inbegrip van de voorschriften betreffende:

a) 

beveiligingssystemen, botsproeven, integriteit van het brandstofsysteem en elektrische veiligheid bij hoogspanning;

b) 

kwetsbare weggebruikers, zicht en zichtbaarheid;

c) 

chassis van het voertuig, remmen, banden en stuurinrichting;

d) 

boordinstrumenten, elektrisch systeem, voertuigverlichting en bescherming tegen onrechtmatig gebruik, inclusief cyberaanvallen;

e) 

gedrag van bestuurder en systeem, en

f) 

algemene constructie en kenmerken van het voertuig.

6.  
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage II vast te stellen om rekening te houden met de technische vooruitgang en ontwikkelingen in de regelgeving, in het bijzonder met betrekking tot de in lid 5, onder a) tot en met f), van dit artikel, alsmede de in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met g), artikel 7, leden 2, 3, 4 en 5, artikel 9, leden 2, 3 en 5, en artikel 11, lid 1, vermelde aspecten, en teneinde te zorgen voor een hoog algemeen veiligheidsniveau van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, alsmede een hoog niveau van bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers, en wel door verwijzingen naar VN-reglementen en naar gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen in te voegen en te actualiseren.
7.  
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor de typegoedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden met betrekking tot de in bijlage II vermelde voorschriften.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 5

Specifieke bepalingen betreffende bandenspanningscontrolesystemen en banden

1.  
De voertuigen worden uitgerust met een nauwkeurig bandenspanningscontrolesysteem dat bij uiteenlopende weg- en omgevingsomstandigheden in staat is de bestuurder in het voertuig te waarschuwen wanneer in een band spanningsverlies optreedt.
2.  
De bandenspanningscontrolesystemen worden zo ontworpen dat resetting of herkalibrering bij lage bandenspanning wordt vermeden.
3.  
Alle in de handel gebrachte banden moeten voldoen aan de voorschriften voor veiligheid en milieuprestaties die zijn vastgesteld in de desbetreffende regelgevingsteksten die zijn vermeld in bijlage II.
4.  

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor:

a) 

de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft de bandenspanningscontrolesystemen ervan;

b) 

de typegoedkeuring van banden, met inbegrip van de technische specificaties voor de montage ervan.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 6

Geavanceerde voertuigsystemen voor alle categorieën motorvoertuigen

1.  

De motorvoertuigen worden uitgerust met de volgende geavanceerde voertuigsystemen:

a) 

intelligente snelheidsondersteuning;

b) 

ondersteuning van de installatie van een alcoholslot;

c) 

vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing;

d) 

geavanceerde afleidingswaarschuwing;

e) 

noodstopsignaal;

f) 

achteruitrijdetectie, en

g) 

gegevensrecorder voor incidenten.

2.  

Intelligente snelheidsondersteuning voldoet aan de volgende minimumvereisten:

a) 

de bestuurder kan er via de versnellingsbediening, of via specifieke, gepaste en doeltreffende feedback attent op worden gemaakt dat de toepasselijke snelheidslimiet is overschreden;

b) 

het systeem kan worden uitgeschakeld; er kan nog steeds informatie over de snelheidslimiet worden verstrekt en de intelligente snelheidsondersteuning moet zich telkens wanneer de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt ingeschakeld in de normale bedrijfstoestand bevinden;

c) 

deze specifieke en gepaste feedback moet gebaseerd zijn op informatie betreffende de snelheidslimiet die is verkregen door het waarnemen van verkeersborden en ‐signalen, op basis van infrastructuursignalen of op elektronische-kaartgegevens, dan wel op beide; deze informatie moet in het voertuig beschikbaar zijn;

d) 

het systeem mag de bestuurder niet de mogelijkheid ontnemen de door het systeem aangegeven voertuigsnelheid te overschrijden;

e) 

de prestatiedoelstellingen van het systeem worden op zodanige wijze vastgelegd dat de foutenkans in reële rijomstandigheden tot nul of tot een minimum wordt beperkt.

3.  
De systemen voor vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing of geavanceerde afleidingswaarschuwing worden op zodanige wijze ontworpen dat zij niet continu gegevens opslaan of bewaren, behalve die gegevens die noodzakelijk zijn voor de doeleinden waarvoor ze opgeslagen of anderszins verwerkt worden binnen het systeem met een gesloten circuit. Daarnaast worden die gegevens op geen enkel moment toegankelijk gemaakt voor of ter beschikking gesteld aan derde partijen, en worden zij onmiddellijk na verwerking verwijderd. De systemen in kwestie worden verder op zodanige wijze ontworpen dat overlappingen worden vermeden en dat de bestuurder niet afzonderlijk en gelijktijdig, of op verwarrende wijze, wordt gewaarschuwd indien één actie beide systemen activeert.
4.  

Gegevensrecorders voor incidenten moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende voorschriften:

a) 

de gegevens die kort vóór, tijdens en onmiddellijk na een botsing door de recorders kunnen worden geregistreerd en opgeslagen, betreffen onder andere de snelheid van het voertuig, het remmen, de positie en de overhelling van het voertuig op de weg, de toestand en de mate van activering van alle veiligheidssystemen van het voertuig, het op 112 gebaseerd eCall-boordsysteem, remactivering en de relevante inputparameters van de systemen voor actieve veiligheid en ongevalpreventie aan boord van het voertuig; deze gegevens moeten een hoge mate van nauwkeurigheid hebben en ook na een ongeval beschikbaar blijven;

b) 

zij kunnen niet worden uitgeschakeld;

c) 

de wijze waarop zij gegevens kunnen registreren en opslaan is zodanig dat:

i) 

zij functioneren met een systeem met gesloten circuit;

ii) 

de gegevens die zij verzamelen geanonimiseerd zijn, en beschermd tegen manipulatie en misbruik, en

iii) 

de gegevens die zij verzamelen het mogelijk maken om het type, de variant en de uitvoering van het voertuig, en in het bijzonder de systemen voor actieve veiligheid en ongevalpreventie aan boord van het voertuig, precies te identificeren, en

d) 

de gegevens die zij kunnen registreren, kunnen via een gestandaardiseerde interface op basis van Unie- of nationale wetgeving en uitsluitend met het oog op onderzoek naar en analyse van ongevallen, waaronder voor typegoedkeuring van systemen en onderdelen en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679, aan nationale autoriteiten ter beschikking worden gesteld.

5.  
Een gegevensrecorder voor incidenten mag niet de laatste vier cijfers van het voertuigidentificatiedeel van het voertuigidentificatienummer kunnen registreren en opslaan, noch enige andere informatie waaruit het individuele voertuig zelf, of de eigenaar of bezitter, kunnen worden afgeleid.
6.  

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen met nadere voorschriften voor specifieke testprocedures en technische voorschriften betreffende:

a) 

de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft de in lid 1 vermelde geavanceerde voertuigsystemen;

b) 

de typegoedkeuring van de onder a), f) en g) van lid 1 vermelde geavanceerde voertuigsystemen als technische eenheden.

Die gedelegeerde handelingen worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 7

Specifieke voorschriften voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen

1.  
Voertuigen van de categorieën M1 en N1 moeten behalve aan de toepasselijke andere voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen ook voldoen aan de voorschriften in de leden 2 tot en met 5 en aan de technische specificaties die zijn uiteengezet in de in lid 6 bedoelde uitvoeringshandelingen.
2.  

Voertuigen van de categorieën M1 en N1 worden uitgerust met geavanceerde noodremsystemen die tweefasig zijn ontworpen en gemonteerd en die zorgen voor:

a) 

de detectie van obstakels en bewegende voertuigen vóór het motorvoertuig in de eerste fase;

b) 

uitbreiding van het onder a) bedoelde detectievermogen in de tweede fase tot voetgangers en fietsers die zich vóór het motorvoertuig bevinden.

3.  
Voertuigen van de categorieën M1 en N1 worden ook uitgerust met een systeem voor rijstrookassistentie in noodsituaties.
4.  

Geavanceerde noodremsystemen en systemen voor rijstrookassistentie in noodsituaties moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende minimumvoorschriften:

a) 

dergelijke systemen kunnen uitsluitend een voor een worden uitgeschakeld door middel van een reeks handelingen die door de bestuurder moeten worden verricht;

b) 

als de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd, moeten de systemen zich altijd in normale werkmodus bevinden;

c) 

geluidssignalen moeten op eenvoudige wijze kunnen worden uitgeschakeld, maar deze handeling mag niet tegelijk leiden tot het onderdrukken van andere systeemfuncties dan de geluidssignalen;

d) 

de bestuurder moet kunnen voorbijgaan aan dergelijke systemen.

5.  
Voertuigen van de categorieën M1 en N1 worden ontworpen en gebouwd met een grotere botsbeschermingszone voor het hoofd om kwetsbare weggebruikers beter te beschermen en ervoor te zorgen dat zij bij een botsing minder ernstige letsels oplopen.
6.  
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor de typegoedkeuring van voertuigen met betrekking tot de voorschriften in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 8

Frontbeschermingsinrichtingen voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen

1.  
Frontbeschermingsinrichtingen die tot de originele uitrusting van voertuigen van de categorieën M1 en N1 behoren of als technische eenheden voor dergelijke voertuigen op de markt worden aangeboden, moeten voldoen aan de voorschriften in lid 2 en aan de technische specificaties die zijn vastgelegd in de in lid 3 bedoelde uitvoeringshandelingen.
2.  
Frontbeschermingsinrichtingen die als technische eenheden op de markt worden aangeboden, gaan vergezeld van een gedetailleerde lijst van de voertuigtypen, varianten en uitvoeringen waarvoor typegoedkeuring aan het frontbeschermingssysteem is verleend, alsook van een duidelijke montagehandleiding.
3.  
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor de typegoedkeuring van frontbeschermingsinrichtingen, met inbegrip van technische specificaties voor de constructie en installatie ervan.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 9

Specifieke voorschriften voor bussen en vrachtwagens

1.  
Voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 moeten behalve aan de toepasselijke andere voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen ook voldoen aan de voorschriften in de leden 2 tot en met 5 en aan de technische specificaties vastgelegd in de in lid 7 bedoelde uitvoeringshandelingen. Voertuigen van de categorieën M2 en M3 moeten ook voldoen aan het voorschrift van lid 6.
2.  
Voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 worden uitgerust met een waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook en met een geavanceerd noodremsysteem; beide systemen voldoen aan de technische specificaties vastgelegd in de in lid 7 bedoelde uitvoeringshandelingen.
3.  
Voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 worden uitgerust met geavanceerde systemen die voetgangers en fietsers in de nabijheid van de voor- of zijkant van het voertuig kunnen detecteren en die een waarschuwing kunnen geven of botsingen met deze kwetsbare weggebruikers kunnen vermijden.
4.  

De in de leden 2 en 3 bedoelde systemen moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende minimumvoorschriften:

a) 

dergelijke systemen kunnen uitsluitend een voor een worden uitgeschakeld door middel van een reeks handelingen die door de bestuurder moeten worden verricht;

b) 

als de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd, moeten de systemen zich altijd in normale werkmodus bevinden;

c) 

geluidssignalen moeten op eenvoudige wijze kunnen worden uitgeschakeld, maar deze actie mag niet tegelijk leiden tot het onderdrukken van andere systeemfuncties dan de geluidssignalen;

d) 

de bestuurder moet kunnen voorbijgaan aan dergelijke systemen.

5.  
Voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 worden zo ontworpen en gebouwd dat zij een betere directe zichtbaarheid van kwetsbare weggebruikers bieden vanuit de bestuurdersstoel, door dode hoeken vóór en aan weerszijden van de bestuurder zoveel mogelijk op te heffen, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de verschillende voertuigcategorieën.
6.  
Voertuigen van de categorieën M2 en M3 met een capaciteit van meer dan 22 passagiers, de bestuurder niet meegerekend, die gebouwd zijn met ruimte voor staande passagiers, zodat passagiers vaak kunnen in- en uitstappen, worden zo ontworpen en gebouwd dat zij toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, waaronder rolstoelgebruikers.
7.  

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor:

a) 

de typegoedkeuring van voertuigen met betrekking tot de in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel bedoelde voorschriften;

b) 

de typegoedkeuring van de in lid 3 van dit artikel bedoelde systemen als technische eenheden.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Indien deze uitvoeringshandelingen betrekking hebben op de in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel vastgestelde voorschriften, worden zij ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Indien deze uitvoeringshandelingen betrekking hebben op de in lid 5 van dit artikel vastgestelde voorschriften, worden zij ten minste 36 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 10

Specifieke voorschriften voor waterstofvoertuigen

1.  
Waterstofvoertuigen van de categorieën M en N, alsook de waterstofsystemen ervan en de onderdelen van die systemen, moeten behalve aan de andere voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die van toepassing zijn op voertuigen van die categorieën, ook voldoen aan de technische specificaties die zijn uiteengezet in de in lid 3 bedoelde uitvoeringshandelingen.
2.  
De fabrikanten zorgen ervoor dat de waterstofsystemen en de onderdelen van waterstofsystemen worden geïnstalleerd overeenkomstig de technische specificaties die zijn uiteengezet in de in lid 3 bedoelde uitvoeringshandelingen. De fabrikanten stellen zo nodig ook informatie beschikbaar met het oog op de inspectie van de waterstofsystemen en de onderdelen van de waterstofsystemen tijdens de levensduur van de waterstofvoertuigen.
3.  
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor de typegoedkeuring van waterstofvoertuigen met betrekking tot de waterstofsystemen ervan, inclusief wat betreft de compatibiliteit van materialen en vulaansluitpunten, en betreffende de typegoedkeuring van de onderdelen van waterstofsystemen, met inbegrip van de technische specificaties voor de installatie ervan.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.

Artikel 11

Specifieke voorschriften voor geautomatiseerde voertuigen en volledig geautomatiseerde voertuigen

1.  

Geautomatiseerde voertuigen en volledig geautomatiseerde voertuigen moeten behalve aan de andere voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die van toepassing zijn op voertuigen van de betrokken categorieën, ook voldoen aan de technische specificaties die zijn uiteengezet in de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandelingen die betrekking hebben op:

a) 

systemen die dienen om de besturing van het voertuig, met inbegrip van signaleren, sturen, versnellen en remmen, door de bestuurder te vervangen;

b) 

systemen die dienen om aan het voertuig realtime informatie te geven over de toestand van het voertuig en de omgeving;

c) 

controlesystemen voor bestuurderbeschikbaarheid;

d) 

gegevensrecorders voor incidenten voor geautomatiseerde voertuigen;

e) 

een geharmoniseerd formaat voor de uitwisseling van gegevens, bijvoorbeeld voor vehicle platooning met voertuigen van verschillende merken;

f) 

systemen om veiligheidsinformatie te verstrekken aan andere weggebruikers.

Deze in de eerste alinea, onder c), bedoelde technische specificaties in verband met controlesystemen voor bestuurderbeschikbaarheid gelden echter niet voor volledig geautomatiseerde voertuigen.

2.  
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor de in lid 1, onder a) tot en met f), van dit artikel vermelde systemen en andere elementen en voor de typegoedkeuring van geautomatiseerde en volledig geautomatiseerde voertuigen met betrekking tot die systemen en andere elementen teneinde de veilige werking van geautomatiseerde en volledig geautomatiseerde voertuigen op de openbare weg te waarborgen.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.



HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.  
De in artikel 4, leden 3 en 6, en artikel 6, lid 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 5 januari 2020. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.  
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, leden 3 en 6, en artikel 6, lid 6, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.  
Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5.  
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6.  
Een overeenkomstig artikel 4, leden 3 en 6, en artikel 6, lid 6, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 13

Comitéprocedure

1.  
De Commissie wordt bijgestaan door het Technisch Comité motorvoertuigen (TCMV). Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.  
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Indien het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 14

Evaluatie en verslaglegging

1.  
Uiterlijk op 7 juli 2027 en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de resultaten van de veiligheidsmaatregelen en ‐systemen en over hun penetratiegraad en het gebruiksgemak. De Commissie onderzoekt of die veiligheidsmaatregelen en ‐systemen functioneren als bedoeld in deze verordening. Indien nodig gaat het verslag vergezeld van aanbevelingen en van een wetgevingsvoorstel om de voorschriften betreffende de algemene veiligheid en de bescherming en veiligheid van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers aan te passen, om ongevallen en verwondingen in het wegvervoer verder te verminderen of uit te bannen.

De Commissie evalueert met name de betrouwbaarheid en efficiëntie van nieuwe systemen voor intelligente snelheidsondersteuning en de nauwkeurigheid en het foutenpercentage van dergelijke systemen in reële rijomstandigheden. In voorkomend geval dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in.

2.  
Uiterlijk op 31 januari van elk jaar dient de Commissie met betrekking tot het voorgaande jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de activiteiten van het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de VN-ECE (WP.29) wat betreft de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de voertuigveiligheidsnormen met betrekking tot de in de artikelen 5 tot en met 11 bepaalde voorschriften en wat betreft het standpunt van de Unie inzake deze aangelegenheden.

Artikel 15

Overgangsbepalingen

1.  
Deze verordening leidt niet tot ongeldigverklaring van EU-typegoedkeuringen die uiterlijk op 5 juli 2022 aan voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden zijn verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 78/2009, Verordening (EG) nr. 79/2009 of Verordening (EG) nr. 661/2009 en de uitvoeringsmaatregelen daarvan, tenzij de relevante voorschriften voor dergelijke voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden zijn gewijzigd, of er door de onderhavige verordening en de gedelegeerde handelingen welke op grond daarvan zijn vastgesteld, nieuwe voorschriften zijn toegevoegd, zoals nader gespecificeerd in de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen.
2.  
De goedkeuringsinstanties blijven uitbreidingen toestaan van de in lid 1 bedoelde EU‐typegoedkeuringen.

▼C1

3.  
In afwijking van deze verordening blijven de lidstaten tot de in bijlage IV genoemde data toestaan dat voertuigen worden geregistreerd en onderdelen worden verkocht en in gebruik worden genomen, die niet voldoen aan VN-Reglement nr. 117.

▼B

Artikel 16

Data voor toepassing van de voorschriften

Met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden moeten de nationale instanties:

a) 

vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, weigeren EU‐typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe typen voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift;

b) 

vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, conformiteitscertificaten van nieuwe voertuigen als niet langer geldig beschouwen voor de toepassing van artikel 48 van Verordening (EU) 2018/858, en de registratie van dergelijke voertuigen verbieden indien die voertuigen niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift;

▼C1

c) 

vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, het in de handel brengen of in gebruik nemen van onderdelen en technische eenheden verbieden, indien zij niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift.

▼B

Artikel 17

Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/858

Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 18

Intrekking

1.  
De Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 worden met ingang van de datum van toepassing van deze verordening ingetrokken.
2.  
Verwijzingen naar de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 19

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 6 juli 2022.

Artikel 4, leden 3, 6 en 7, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 6, artikel 7, lid 6, artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 7, artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 2, en de artikelen 12 en 13 zijn evenwel van toepassing met ingang van 5 januari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Lijst van VN-reglementen, bedoeld in artikel 4, lid 2



VN-Reglement nr.

Onderwerp

In het PB gepubliceerde wijzigingenreeks

Verwijzing naar het PB

Toepassingsgebied van het VN‐reglement

1

Koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen van categorie R2 en/of HS1

Wijzigingenreeks 02

PB L 177 van 10.7.2010, blz. 1

M, N ()

3

Retroflecterende voorzieningen voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Wijzigingenreeks 02

PB L 323 van 6.12.2011, blz. 1

M, N, O

4

Achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 17

M, N, O

6

Richtingaanwijzers voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Wijzigingenreeks 01

PB L 213 van 18.7.2014, blz. 1

M, N, O

7

Breedtelichten, achterlichten, stoplichten en markeringslichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Wijzigingenreeks 02

PB L 285 van 30.9.2014, blz. 1

M, N, O

8

Voor motorvoertuigen bestemde koplampen (H1, H2, H3, HB3, HB4, H7, H8, H9, HIR1, HIR2 en/of H11)

Wijzigingenreeks 05, corrigendum 1 op herziening 4

PB L 177 van 10.7.2010, blz. 71

M, N ()

10

Elektromagnetische compatibiliteit

Wijzigingenreeks 05

PB L 41 van 17.2.2017, blz. 1

M, N, O

11

Deursluitingen en deurbevestigingsonderdelen

Wijzigingenreeks 04

PB L 218 van 21.8.2019, blz. 1

M1, N1

12

Bescherming van de bestuurder tegen de stuurvoorziening bij een botsing

Wijzigingenreeks 04

PB L 89 van 27.3.2013, blz. 1

M1, N1

13

Remsysteem van voertuigen en aanhangwagens

Wijzigingenreeks 11

PB L 42 van 18.2.2016, blz. 1

M2, M3, N, O ()

13-H

Remsysteem van personenwagens

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 335 van 22.12.2015, blz. 1

M1, N1

▼M5

14

Veiligheidsgordelverankeringen

Wijzigingenreeks 09

PB L 324 van 13.12.2019, blz. 14

M, N

▼B

16

Veiligheidsgordels, beveiligingssystemen, kinderbeveiligingssystemen en Isofix-kinderbeveiligingssystemen

Wijzigingenreeks 07

PB L 109 van 27.4.2018, blz. 1

M, N

▼M5

17

Stoelen, stoelverankeringen en eventuele hoofdsteunen

Wijzigingenreeks 09

PB L 266 van 18.10.2019, blz. 1

M, N

▼B

18

Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik

Wijzigingenreeks 03

PB L 120 van 13.5.2010, blz. 29

M2, M3, N2, N3

19

Mistvoorlichten voor motorvoertuigen

Wijzigingenreeks 04

PB L 250 van 22.8.2014, blz. 1

M, N

20

Koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van halogeengloeilampen (H4-lampen)

Wijzigingenreeks 03

PB L 177 van 10.7.2010, blz. 170

M, N ()

21

Binnenuitrusting

Wijzigingenreeks 01

PB L 188 van 16.7.2008, blz. 32

M1

23

Achteruitrij- en manoeuvreerlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 237 van 8.8.2014, blz. 1

M, N, O

25

Al dan niet in voertuigstoelen ingebouwde hoofdsteunen

Wijzigingenreeks 04 corrigendum 2 op herziening 1

PB L 215 van 14.8.2010, blz. 1

M1

26

Naar buiten uitstekende delen

Wijzigingenreeks 03

PB L 215 van 14.8.2010, blz. 27

M1

28

Geluidssignaalinrichtingen en geluidssignalen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 323 van 6.12.2011, blz. 33

M, N

▼M5

29

Bescherming van de inzittenden van de cabine van bedrijfsvoertuigen

Wijzigingenreeks 03

PB L 283 van 5.11.2019, blz. 72

N

▼B

30

Luchtbanden voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (klasse C1)

Wijzigingenreeks 02

PB L 307 van 23.11.2011, blz. 1

M, N, O

31

Voor motorvoertuigen bestemde sealed-beamkoplampen (SB) die Europees asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen

Wijzigingenreeks 02

PB L 185 van 17.7.2010, blz. 15

M, N

34

Brandpreventie (tanks voor vloeibare brandstof)

Wijzigingenreeks 03

PB L 231 van 26.8.2016, blz. 41

M, N, O

37

Gloeilampen voor gebruik in goedgekeurde lichtunits van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Wijzigingenreeks 03

PB L 213 van 18.7.2014, blz. 36

M, N, O

38

Mistachterlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 20

M, N, O

39

Snelheidsmeter en kilometerteller en de installatie ervan

Wijzigingenreeks 01

PB L 302 van 28.11.2018, blz. 106

M, N

43

Veiligheidsbeglazingsmaterialen en de montage ervan in voertuigen

Wijzigingenreeks 01

PB L 42 van 12.2.2014, blz. 1

M, N, O

▼M5

44

Beveiligingssystemen voor kinderen aan boord van motorvoertuigen (“kinderbeveiligingssystemen”)

Wijzigingenreeks 04

PB L 285 van 1.9.2020, blz. 1

M, N

45

Koplampwissers

Wijzigingenreeks 01

PB L 136 van 29.4.2020, blz. 1

M, N

▼B

46

Voorzieningen voor indirect zicht en de installatie ervan

Wijzigingenreeks 04

PB L 237 van 8.8.2014, blz. 24

M, N

▼M5

48

Installatie van verlichtings- en lichtsignaalvoorzieningen op motorvoertuigen

Wijzigingenreeks 07

PB L 347 van 30.9.2021, blz. 1

M, N, O ()

▼B

54

Luchtbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan (klassen C2 en C3)

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 307 van 23.11.2011, blz. 2

M, N, O

55

Mechanische onderdelen van koppelingen van voertuigcombinaties

Wijzigingenreeks 01

PB L 153 van 15.6.2018, blz. 179

M, N, O ()

58

Beschermingen aan de achterzijde tegen klemrijden en de installatie ervan; bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden

Wijzigingenreeks 03

PB L 49 van 20.2.2019, blz. 1

M, N, O

61

Bedrijfsvoertuigen wat betreft de naar buiten uitstekende delen vóór de achterwand van de cabine

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 164 van 30.6.2010, blz. 1

N

64

Reserve-eenheid voor tijdelijk gebruik, runflatbanden/-systeem (en bandenspanningscontrolesysteem)

Wijzigingenreeks 02

PB L 310 van 26.11.2010, blz. 18

M1, N1

66

Sterkte van de bovenbouw van grote passagiersvoertuigen

Wijzigingenreeks 02

PB L 84 van 30.3.2011, blz. 1

M2, M3

67

Motorvoertuigen die LPG gebruiken

Wijzigingenreeks 01

PB L 285 van 20.10.2016, blz. 1

M, N

73

Zijdelingse beschermingen van vrachtwagens

Wijzigingenreeks 01

PB L 122 van 8.5.2012, blz. 1

N2, N3, O3, O4

77

Parkeerlichten voor motorvoertuigen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 21

M, N

79

Stuurinrichting

Wijzigingenreeks 03

PB L 318 van 14.12.2018, blz. 1

M, N, O

▼M5

80

Stoelen van grote passagiersvoertuigen

Wijzigingenreeks 03

PB L 266 van 18.10.2019, blz. 31

M2, M3

▼B

87

Dagrijlichten voor motorvoertuigen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 24

M, N

89

Al dan niet instelbare snelheidsbegrenzers

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 25

M, N ()

▼M5

90

Vervangingsremvoeringsets, -trommelremvoeringen, -remschijven en -remtrommels voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Wijzigingenreeks 02

PB L 290 van 16.11.2018, blz. 54

M, N, O (a) i) ii) b) i) ii) c) d))

▼B

91

Zijmarkeringslichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 27

M, N, O

93

Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden en de installatie ervan; bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 185 van 17.7.2010, blz. 56

N2, N3

▼M5

94

Bescherming van de inzittenden bij een frontale botsing

Wijzigingenreeks 04

PB L 392 van 5.11.2021, blz. 1

M1, N1

95

Bescherming van de inzittenden bij een zijdelingse botsing

Wijzigingenreeks 05

PB L 392 van 5.11.2021, blz. 62

M1, N1

▼B

97

Voertuigalarmsystemen (VAS)

Wijzigingenreeks 01

PB L 122 van 8.5.2012, blz. 19

M1, N1 ()

98

Voor motorvoertuigen bestemde koplampen met gasontladingslichtbronnen

Wijzigingenreeks 01

PB L 176 van 14.6.2014, blz. 64

M, N

99

Gasontladingslichtbronnen voor gebruik in goedgekeurde gasontladingslichtunits van motorvoertuigen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 320 van 17.12.2018, blz. 45

M, N

100

Elektrische veiligheid

Wijzigingenreeks 02

PB L 302 van 28.11.2018, blz. 114

M, N

102

Kortkoppelinrichting; montage van een goedgekeurd type kortkoppelinrichting

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 351 van 30.12.2008, blz. 44

N2, N3, O3, O4

104

Retroflectoren (zware en lange voertuigen)

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 75 van 14.3.2014, blz. 29

M2, M3, N, O2, O3, O4

105

Voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

Wijzigingenreeks 05

PB L 4 van 7.1.2012, blz. 30

N,O

107

Algemene constructie van voertuigen van de categorieën M2 en M3

Wijzigingenreeks 07

PB L 52 van 23.2.2018, blz. 1

M2, M3

108

Coverbanden voor personenauto’s en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 181 van 4.7.2006, blz. 1

M1, O1, O2

109

Coverbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 181 van 4.7.2006, blz. 1

M2, M3, N, O3, O4

110

Specifieke onderdelen voor gecomprimeerd aardgas (CNG) en/of vloeibaar aardgas (LNG)

Wijzigingenreeks 01

PB L 166 van 30.6.2015, blz. 1

M, N

112

Voor motorvoertuigen bestemde koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen en/of ledmodules

Wijzigingenreeks 01

PB L 250 van 22.8.2014, blz. 67

M, N

114

Vervangingsairbagsystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 373 van 27.12.2006, blz. 272

M1, N1

115

LPG- en CNG-retrofitsystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 323 van 7.11.2014, blz. 91

M, N

116

Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 45 van 16.2.2012, blz. 1

M1, N1 ()

117

Banden met betrekking tot rolgeluidemissies, grip op nat wegdek en rolweerstand (klassen C1, C2 en C3)

Wijzigingenreeks 02

PB L 218 van 12.8.2016, blz. 1

M, N, O

▼M5

118

Brandwerendheid van in bussen gebruikte interieurmaterialen

Wijzigingenreeks 03

PB L 48 van 21.2.2020, blz. 26

M3

▼B

119

Hoeklichten

Wijzigingenreeks 01

PB L 89 van 25.3.2014, blz. 101

M, N

121

Plaats en identificatie van handbedieningen, verklikkerlichten en meters

Wijzigingenreeks 01

PB L 5 van 8.1.2016, blz. 9

M, N

▼M5

122

Verwarmingssystemen van voertuigen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 19 van 24.1.2020, blz. 42

M, N, O

▼B

123

Adaptieve koplampsystemen (AFS) voor motorvoertuigen

Wijzigingenreeks 01

PB L 49 van 20.2.2019, blz. 24

M, N

124

Vervangingswielen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 375 van 27.12.2006, blz. 568

M1, N1, O1, O2

125

Gezichtsveld naar voren

Wijzigingenreeks 01

PB L 20 van 25.1.2018, blz. 16

M1

▼M5

126

Scheidingssystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 35 van 7.2.2020, blz. 37

M1

127

Veiligheid van de voetgangers

Wijzigingenreeks 02

PB L 154 van 15.5.2020, blz. 1

M1, N1

▼B

128

Ledlichtbronnen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 320 van 17.12.2018, blz. 63

M, N, O

129

Betere kinderbeveiligingssystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 97 van 29.3.2014, blz. 21

M, N

130

Waarschuwingssystemen voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 178 van 18.6.2014, blz. 29

M2, M3, N2, N3 ()

131

Geavanceerde noodremsystemen

Wijzigingenreeks 01

PB L 214 van 19.7.2014, blz. 47

M2, M3, N2, N3 ()

134

Veiligheid van waterstof

Oorspronkelijke versie van de verordening

PB L 129 van 17.5.2019, blz. 43

M, N

▼M5

135

Zijdelingse impact paal

Wijzigingenreeks 01

PB L 103 van 3.4.2020, blz. 12

M1, N1

137

Frontale botsing op volle breedte

Wijzigingenreeks 02

PB L 392 van 5.11.2021, blz. 130

M1, N1

▼B

139

Remhulpsystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 269 van 26.10.2018, blz. 1

M1, N1

140

Elektronische stabiliteitscontrolesystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 269 van 26.10.2018, blz. 17

M1, N1

▼M5

141

Bandenspanningscontrolesystemen

Wijzigingenreeks 01

PB L 323 van 13.9.2021, blz. 1

M, N, O

142

Montage van banden

Wijzigingenreeks 01

PB L 293 van 16.8.2021, blz. 34

M, N, O

145

Kinderbeveiligingsverankeringen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 324 van 13.12.2019, blz. 47

M1, N1

▼M5

148

Lichtsignaalvoorzieningen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 347 van 30.9.2021, blz. 123

M, N, O

149

Wegverlichtingsvoorzieningen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 347 van 30.9.2021, blz. 173

M, N, O

150

Retroflecterende voorzieningen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 347 van 30.9.2021, blz. 297

M, N, O

151

Dodehoekinformatiesysteem voor de detectie van fietsen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 360 van 30.10.2020, blz. 48

M2, M3, N2, N3

152

Geavanceerd noodremsysteem (AEBS)

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 360 van 30.10.2020, blz. 66

M1, N1

153

Veiligheid van elektrische aandrijflijn bij kop-staartbotsing

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 82 van 9.3.2021, blz. 1

M1, N1

155

Cyberbeveiliging en beheersysteem voor cyberbeveiliging

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 82 van 9.3.2021, blz. 30

M, N, O

157

Geautomatiseerd systeem voor rijstrookassistentie

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 82 van 9.3.2021, blz. 75

M1

158

Voorzieningen voor zicht naar achteren of detectie van achterzijde

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 184 van 25.5.2021, blz. 20

M, N

159

Wegrijdinformatiesysteem

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 184 van 25.5.2021, blz. 62

M2, M3, N2, N3

▼M4

160

Gegevensrecorder voor incidenten (EDR)

Wijzigingenreeks 01

PB L 265 van 26.7.2021, blz. 3

M1, N1

▼M5

161

Vergrendelingssysteem

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 470 van 30.12.2021, blz. 1

M1, N1

162

Immobilisatiesystemen

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 470 van 30.12.2021, blz. 23

M1, N1

163

Voertuigalarmsysteem

Oorspronkelijke versie van het reglement

PB L 470 van 30.12.2021, blz. 48

M1, N1

▼B

(1)   

De VN-Reglementen nrs. 1, 8 en 20 gelden niet voor de EU-typegoedkeuring van voertuigen.

(2)   

De verplichte montage van een functie voor stabiliteitscontrole is krachtens de VN-reglementen vereist. Dit is evenwel ook verplicht voor voertuigen van categorie N1.

(3)   

Wanneer de voertuigfabrikant verklaart dat een voertuig geschikt is voor het trekken van lasten (punt 2.11.5 van het in artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) 2018/858 bedoelde inlichtingenformulier) en een deel van een al dan niet in het type motorvoertuig gemonteerde geschikte mechanische koppelinrichting een verlichtingselement en/of de ruimte voor de montage en bevestiging van de achterkentekenplaat (gedeeltelijk) aan het gezicht zou kunnen onttrekken, is het volgende van toepassing:


— in de gebruiksinstructies van het motorvoertuig (bv. de gebruikershandleiding of instructieboekje van het voertuig) moet duidelijk vermeld staan dat de installatie van een mechanische koppelinrichting die niet gemakkelijk kan worden verwijderd of verplaatst, verboden is;

— in de instructies moet ook duidelijk worden bepaald dat indien er een mechanische koppelinrichting wordt gemonteerd, deze verwijderd of verplaatst moet worden zij niet in gebruik is, en

— bij typegoedkeuring van het voertuigsysteem in overeenstemming met VN-Reglement nr. 55 moet worden gewaarborgd dat de bepalingen inzake verwijdering, herpositionering en/of alternatieve plaatsing ook volledig zijn nageleefd met betrekking tot de verlichtingsinstallatie en de ruimte voor het monteren en bevestigen van de achterkentekenplaat.

(4)   

Alleen met betrekking tot snelheidsbegrenzers en de verplichte installatie daarvan op voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3.

(5)   

Op voertuigen van de categorieën M1 en N1 moeten voorzieningen ter beveiliging tegen onrechtmatig gebruik worden gemonteerd en op voertuigen van categorie M1 moeten immobilisatiesystemen worden gemonteerd.

(6)   

Zie toelichting 4 bij de tabel in bijlage II.

(7)   

Voor voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa van ≤ 3 500 kg) en N1 die niet zijn uitgerust met dubbele wielen van een as.

►M5  (8)   

VN-Reglement nr. 90 is van toepassing op het op de markt aanbieden of het in het verkeer brengen van:


a)  nieuwe vervangingsremvoeringsets voor voertuigtypen van de volgende categorieën:

i)  categorie M1 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 3,5 ton, categorie M2 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 3,5 ton en de categorieën N1, O1 en O2, waarvoor na 7 april 1998 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H;

ii)  categorie M1 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton, categorie M2 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton en de categorieën M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2014 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H;

b)  nieuwe vervangingsremschijven en -trommels voor voertuigtypen van de volgende categorieën:

i)  categorieën M1 en N1, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H;

ii)  categorieën O1 en O2, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13;

c)  nieuwe vervangingsremschijven voor voertuigtypen van de categorieën M2, M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2014 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13;

d)  nieuwe vervangingsremtrommels voor voertuigtypen van de categorieën M2, M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13.

 ◄

▼C1

Opmerkingen bij de tabel

De in de tabel vermelde wijzigingenreeks verwijst naar de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte versie en laat de wijzigingenreeksen onverlet waaraan op grond van de daarin vervatte overgangsbepalingen moet worden voldaan.

De naleving van een wijzigingenreeks die na de in de tabel vermelde reeks is goedgekeurd, wordt als alternatief aanvaard.

De data die gespecificeerd zijn in de in de tabel vermelde wijzigingenreeksen van de VN-reglementen ten aanzien van de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen bij de “Herziene Overeenkomst van 1958” in verband met de eerste registratie, het in gebruik nemen, het op de markt aanbieden, de verkoop, de erkenning van typegoedkeuringen en soortgelijke bepalingen, zijn verplicht van toepassing voor de doeleinden van de artikelen 48 en 50 van Verordening (EU) 2018/858, behalve indien alternatieve data zijn bepaald in bijlage II bij deze verordening, die in dat geval van toepassing zijn.

In sommige gevallen is in de overgangsbepalingen van een in deze tabel vermeld VN-reglement bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen bij de “Herziene Overeenkomst van 1958” die een bepaalde wijzigingenreeks van dat VN-reglement toepassen, vanaf een bepaalde datum niet verplicht zijn een overeenkomstig een eerdere wijzigingenreeks goedgekeurd type te aanvaarden of een dergelijk type mogen weigeren te aanvaarden voor nationale of regionale typegoedkeuring, dan wel bewoordingen met een soortgelijke bedoeling en strekking. Dit moet worden opgevat als een bindende bepaling voor nationale instanties om de conformiteitscertificaten niet langer als geldig te beschouwen voor de doeleinden van artikel 48 van Verordening (EU) 2018/858, behalve indien alternatieve data zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening, die in dat geval van toepassing zijn.

►M5  

Een krachtens VN-Reglement nr. 0 (PB L 135 van 31.5.2018, blz. 1) voor een voertuigtype van categorie M1 verleende universele internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen, waarvan de typegoedkeuring krachtens de betrokken VN-reglementen in de lijst in deze bijlage deel uitmaakt, wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan een krachtens deze verordening verleende EU-typegoedkeuring.

 ◄




BIJLAGE II

Lijst van voorschriften, bedoeld in artikel 4, lid 5, en artikel 5, lid 3, alsook van data bedoeld in artikel 16



Onderwerp

Regelgeving

Aanvullende specifieke technische bepalingen

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

S

T

U

Onderdeel

Voorschriften betreffende

A  BEVEILIGINGSSYSTEMEN, BOTSPROEVEN, INTEGRITEIT VAN HET BRANDSTOFSYSTEEM EN ELEKTRISCHE VEILIGHEID BIJ HOOGSPANNING

A1 Binnenuitrusting

VN-Reglement nr. 21

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A2 Stoelen en hoofdsteunen

VN-Reglement nr. 17

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

A3 Busstoelen

VN-Reglement nr. 80

 

 

A

A

 

 

 

 

 

 

 

 

A

A4 Verankeringen veiligheidsgordels

VN-Reglement nr. 14

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

A5 Veiligheidsgordels en beveiligingssystemen

VN-Reglement nr. 16

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

A

A

A6 Veiligheidsgordelverklikkers

VN-Reglement nr. 16

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

A7 Scheidingssystemen

VN-Reglement nr. 126

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B

 

▼M5

A8 Kinderbeveiligingsverankeringen

VN-Reglement nr. 145 (11)

 

A

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

 

 

 

 

 

 

A9 Kinderbeveiligingssystemen

VN-Reglement nr. 44

 

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

 

 

 

 

(12)

(12)

▼B

A10 Verbeterde kinderbeveiligingssystemen

VN-Reglement nr. 129

 

X

X

X

X

X

X

 

 

 

 

B

B

A11 Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

VN-Reglement nr. 93

 

 

 

 

 

A

A

 

 

 

 

A

A

A12 Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

VN-reglement nr. 58

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A13 Zijdelingse bescherming

VN-Reglement nr. 73

 

 

 

 

 

A

A

 

 

A

A

 

 

A14 Veiligheid van de brandstoftank

VN-Reglement nr. 34

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

A15 Veiligheid van vloeibaar petroleumgas

VN-Reglement nr. 67

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

A16 Veiligheid van gecomprimeerd en vloeibaar aardgas

VN-Reglement nr. 110

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

A17 Veiligheid van waterstof

VN-Reglement nr. 134

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

▼M5

A18 Materiaalkwalificatie waterstofsysteem

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage XIV

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

▼B

A19 Elektrische veiligheid tijdens gebruik

VN-Reglement nr. 100

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

A20 Frontale offset-botsing

VN-Reglement nr. 94

►C1  Van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa van ≤ 3 500 kg en N1 met een maximummassa ◄ ≤ 2 500 kg. Voor voertuigen met een maximummassa > 2 500 kg zijn de opmerkingen in noot B van toepassing.

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

A21 Frontale botsing op volle breedte

VN-Reglement nr. 137

Het gebruik van de antropomorfe testpop “Hybrid III” is toegestaan totdat de testinrichting voor bescherming van inzittenden “THOR” beschikbaar is in het VN‐Reglement.

B

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

A22 Beveiligingsvoorzieningen die op de stuurinrichting werken

VN-Reglement nr. 12

 

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

A

 

A23 Vervangingsairbag

VN-Reglement nr. 114

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

B

 

A24 Botsing cabine

VN-Reglement nr. 29

 

 

 

 

A

A

A

 

 

 

 

 

 

A25 Zijdelingse botsing

VN-Reglement nr. 95

►C1  Van toepassing op alle voertuigen van de categorieën M1 en N1, inclusief voertuigen ◄ waarbij het R‐punt van de laagste zitplaats zich > 700 mm boven de grond bevindt. Voor voertuigen waarvan het R‐punt van de laagste zitplaats zich > 700 mm van het wegdek bevindt, zijn de data in noot B van toepassing.

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

A26 Zijdelingse impact paal

VN-Reglement nr. 135

 

B

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M5

A27 Botsing aan de achterkant

VN-Reglement nr. 153 (13)

 

B

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

▼B

Voorschriften betreffende

B  KWETSBARE WEGGEBRUIKERS, ZICHT EN ZICHTBAARHEID

B1 Been- en hoofdbescherming voetgangers

VN-Reglement nr. 127

 

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

B2 Vergrote trefzone van het hoofd

VN-Reglement nr. 127

Het botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind of een volwassene wordt begrensd door de “omwikkelafstand voor volwassenen” van 2 500 mm of, als deze zich meer naar voren bevindt, de “referentielijn bovenrand voorruit”. Contact van het botslichaam in de vorm van een hoofd met de A‐stijlen en de bovenkant en het frame van de voorruit is uitgesloten, maar moet worden gecontroleerd.

C

 

 

C

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M5

B3 Frontbeschermingsinrichting

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage XII

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

A

 

B4 Geavanceerde noodrem voor voetgangers en fietsers

VN-Reglement nr. 152

 

C

 

 

C

 

 

 

 

 

 

 

 

B5 Botswaarschuwing voetgangers en fietsers

VN-Reglement nr. 159

 

 

B

B

 

B

B

 

 

 

 

B

 

B6 Dodehoekinformatiesysteem

VN-Reglement nr. 151

 

 

B

B

 

B

B

 

 

 

 

B

 

B7 Achteruitrijdetectie

VN-Reglement nr. 158

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

B

 

▼B

B8 Voorwaarts zicht

VN-Reglement nr. 125

►C1  Is van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 en N1. ◄

A

 

 

C

 

 

 

 

 

 

 

 

B9 Direct zicht zware voertuigen

 

 

 

D

D

 

D

D

 

 

 

 

 

 

B10 Veiligheidsruiten

VN-Reglement nr. 43

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

A

▼M5

B11 Ontdooiings- en ontwasemingsinrichtingen

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage VI

 

A

(2)

(2)

(2)

(2)

(2)

 

 

 

 

 

 

B12 Ruitenwissers en -sproeiers

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage IV

 

A

(3)

(3)

(3)

(3)

(3)

 

 

 

 

A

 

▼B

B13 Inrichtingen voor indirect zicht

VN-Reglement nr. 46

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

Voorschriften betreffende

C  VOERTUIGCHASSIS, REMMEN, BANDEN EN STUURINRICHTING

C1 Stuurinrichting

VN-Reglement nr. 79

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

C2 Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

VN-Reglement nr. 130

 

 

(4)

(4)

 

(4)

(4)

 

 

 

 

 

 

▼M5

C3 Systeem voor rijstrookassistentie in noodsituaties

Verordening (EU) 2021/646

 

(6)

 

 

(6)

 

 

 

 

 

 

 

 

▼B

C4 Remsysteem

VN-Reglement nr. 13

VN-Reglement nr. 13‐H

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

C5 Vervangingsdelen voor rem

VN-Reglement nr. 90

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

A

 

▼M5

C6 Remhulp

VN-Reglement nr. 139 (14)

 

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

C7 Stabiliteitscontrole

VN-Reglement nr. 13

VN-Reglement nr. 140 (15)

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

▼B

C8 Geavanceerde noodrem op zware voertuigen

VN-Reglement nr. 131

 

 

(4)

(4)

 

(4)

(4)

 

 

 

 

 

 

▼M5

C9 Geavanceerde noodrem op lichte voertuigen

VN-Reglement nr. 152

 

B

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

▼B

C10 Bandenveiligheid en milieuprestaties

VN-Reglement nr. 30

VN-Reglement nr. 54

VN-Reglement nr. 117

Er wordt ook gezorgd voor een testprocedure voor gebruikte banden; van toepassing zijn de data in noot C.

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

A

C11 Reservewielen en runflatsystemen

VN-Reglement nr. 64

 

(1)

 

 

(1)

 

 

 

 

 

 

 

 

C12 Gecoverde banden

VN-Reglement nr. 108

VN-Reglement nr. 109

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

A

▼M5

C13 Bandenspanningscontrole voor lichte voertuigen

VN-Reglement nr. 141 (16)

Van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa ≤ 3 500  kg en N1.

A

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

C14 Bandenspanningscontrole voor zware voertuigen

VN-Reglement nr. 141

 

 

B

B

 

B

B

 

 

B

B

 

 

▼B

C15 Montage van banden

VN-Reglement nr. 142

Van toepassing op alle voertuigcategorieën

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

C16 Vervangingswielen

VN-Reglement nr. 124

 

X

 

 

X

 

 

X

X

 

 

 

B

Voorschriften betreffende

D  BOORDINSTRUMENTEN, ELEKTRISCH SYSTEEM, VOERTUIGVERLICHTING EN BESCHERMING TEGEN ONRECHTMATIG GEBRUIK, INCLUSIEF CYBERAANVALLEN

D1 Akoestische waarschuwing

VN-Reglement nr. 28

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

A

D2 Radiostoring (elektromagnetische compatibiliteit)

VN-Reglement nr. 10

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

▼M5

D3 Bescherming tegen onrechtmatig gebruik, immobilisatie- en alarmsystemen

VN-Reglement nr. 18

VN-Reglement nr. 97

VN-Reglement nr. 116

VN-Reglement nr. 161

VN-Reglement nr. 162

VN-Reglement nr. 163

 

A

(1)

(1)

A

(1)

(1)

 

 

 

 

A

A

D4 Bescherming van het voertuig tegen cyberaanvallen

VN-Reglement nr. 155

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

B

B

▼B

D5 Snelheidsmeter

VN-Reglement nr. 39

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

D6 Kilometerteller

VN-Reglement nr. 39

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

D7 Snelheidsbegrenzers

VN-Reglement nr. 89

 

 

A

A

 

A

A

 

 

 

 

 

A

▼M3

D8 Intelligente snelheidsondersteuning

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 (9) van de Commissie

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

B

 

▼B

D9 Identificatie van bedieningsinstrumenten verklikkerlichten en meters

VN-Reglement nr. 121

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

D10 Verwarmingssystemen

VN-Reglement nr. 122

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

A

▼M5

D11 Lichtsignaalinrichtingen

VN-Reglement nr. 4

VN-Reglement nr. 6

VN-Reglement nr. 7

VN-Reglement nr. 19

VN-Reglement nr. 23

VN-Reglement nr. 38

VN-Reglement nr. 77

VN-Reglement nr. 87

VN-Reglement nr. 91

VN-Reglement nr. 148

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

A

D12 Wegverlichtingsinrichtingen

VN-Reglement nr. 31

VN-Reglement nr. 98

VN-Reglement nr. 112

VN-Reglement nr. 119

VN-Reglement nr. 123

VN-Reglement nr. 149

 

X

X

X

X

X

X

 

 

 

 

 

A

D13 Retroflecterende voorzieningen

VN-Reglement nr. 3

VN-Reglement nr. 104

VN-Reglement nr. 150

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

A

▼B

D14 Lichtbronnen

VN-Reglement nr. 37

VN-Reglement nr. 99

VN-Reglement nr. 128

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

A

D15 Installatie van lichtsignaal-, wegverlichtings- en retroflecterende inrichtingen

VN-Reglement nr. 48

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

▼M5

D16 Noodstopsignaal

VN-Reglement nr. 48

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

 

 

▼B

D17 Koplampwissers

VN-Reglement nr. 45

 

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

 

 

 

 

 

A

▼M5

D18 Schakelindicatoren

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage IX

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼B

Voorschriften betreffende

E  BESTUURDER- EN SYSTEEMGEDRAG

▼M1

E1 Ondersteuning van de installatie van een alcoholslot

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1243 (7) van de Commissie

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

 

 

▼M2

E2 Vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1341 (8) van de Commissie

 

B

B

B

B

B

B

 

 

 

 

 

 

▼B

E3 Geavanceerde afleidingswaarschuwing

 

Het vermijden van afleiding door technische middelen kan ook in aanmerking worden genomen.

C

C

C

C

C

C

 

 

 

 

 

 

▼M5

E4 Controlesysteem voor bestuurderbeschikbaarheid

VN-Reglement nr. 157

 

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

 

 

 

 

 

 

▼M4

E5 Gegevensrecorder voor incidenten

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/545 (10)

VN-Reglement nr. 160

 

B

D

D

B

D

D

 

 

 

 

B

 

▼M5

E6 Systemen die dienen om de besturing door de bestuurder te vervangen

VN-Reglement nr. 157

 

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

 

 

 

 

 

 

E7 Systemen die dienen om aan het voertuig informatie te geven over de toestand van het voertuig en de omgeving

VN-Reglement nr. 157

 

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

 

 

 

 

 

 

▼B

E8 Platooning

 

 

 

(1)

(1)

 

(1)

(1)

 

 

 

 

 

 

E9 Systemen om veiligheidsinformatie te verstrekken aan andere weggebruikers

 

 

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

(5)

 

 

 

 

 

 

Voorschriften betreffende

F  ALGEMENE BOUW EN KENMERKEN VAN HET VOERTUIG

▼M5

F1 Ruimte voor de kentekenplaat

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage III

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

F2 Achteruitrijbeweging

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage XI

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

▼B

F3 Hang- en sluitwerk van deuren

VN-Reglement nr. 11

 

A

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M5

F4 Deuropstapjes, handgrepen en treeplanken

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage X

 

A

 

 

A

A

A

 

 

 

 

 

 

▼B

F5 Naar buiten uitstekende delen

VN-Reglement nr. 26

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F6 Naar buiten uitstekende delen van cabines van bedrijfsvoertuigen

VN-Reglement nr. 61

 

 

 

 

A

A

A

 

 

 

 

 

 

▼M5

F7 Voorgeschreven plaat en voertuigidentificatienummer

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage II

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

F8 Sleepinrichtingen

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage VII

 

A

A

A

A

A

A

 

 

 

 

 

 

F9 Wielbeschermers

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage V

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F10 Opspatafschermingssystemen

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage VIII

 

 

 

 

A

A

A

A

A

A

A

A

 

F11 Massa’s en afmetingen

Verordening (EU) 2021/535,

Bijlage XIII

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

 

▼B

F12 Mechanische koppelingen

VN-Reglement nr. 55

VN-Reglement nr. 102

 

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

(1)

A

A

A

A

A

A

F13 Voertuigen bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen

VN-Reglement nr. 105

 

 

 

 

A

A

A

A

A

A

A

 

 

F14 Algemene constructie van bussen

VN-Reglement nr. 107

 

 

A

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F15 Sterkte van de bovenbouw van bussen

VN-Reglement nr. 66

 

 

A

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F16 Ontvlambaarheid in bussen

VN-Reglement nr. 118

 

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

A

(1)   

Naleving is vereist indien het onderdeel is gemonteerd.

(2)   

Voertuigen van deze categorie moeten voorzien zijn van een geschikte ontdooiings- en ontwasemingsvoorziening.

(3)   

Voertuigen van deze categorie moeten voorzien zijn van geschikte ruitensproei- en ruitenwisinrichtingen.

►C1  (4)   

De volgende voertuigen zijn vrijgesteld:


— opleggertrekkers van categorie N2 met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, maar niet meer dan 8 ton;

— voertuigen van de categorieën M2 en M3 van klasse A, klasse I en klasse II, zoals gedefinieerd in punt 2.1 van VN-Reglement nr. 107;

— gelede bussen van categorie M3 van klasse A, klasse I en klasse II, zoals gedefinieerd in punt 2.1 van VN-Reglement nr. 107;

— terreinwagens van de categorieën M2, M3, N2 en N3;

— voertuigen voor speciale doeleinden van de categorieën M2, M3, N2 en N3, en

— voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 met meer dan drie assen.

 ◄
(5)   

Naleving is vereist in het geval van geautomatiseerde voertuigen.

(6)   

Op motorvoertuigen met een hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting zijn de data in opmerking C van toepassing. Deze voertuigen moeten evenwel in plaats daarvan zijn uitgerust met een waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook.

(7)   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1243 van de Commissie van 19 april 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels voor de ondersteuning van de installatie van een alcoholslot in motorvoertuigen en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 272 …/11).

(8)   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1341 van de Commissie van 23 april 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad door de nadere voorschriften vast te stellen voor specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot systemen voor vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing, en tot wijziging van bijlage II bij Verordening (PB L 292,16.8.2021, blz. 4).

(9)   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 van de Commissie van 23 juni 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 409 van 17.11.2021, blz. 1).

(10)   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/545 van de Commissie van 26 januari 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de gegevensrecorder voor incidenten betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 107 van 5.4.2022, blz. 18).

►M5  (11)   

Overeenkomstig wijzigingenreeks 07 van VN-Reglement nr. 14 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 145 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.

(12)   

Niet in motorvoertuigen ingebouwde kinderbeveiligingssystemen die overeenkomstig de voorschriften van VN-Reglement nr. 44 zijn goedgekeurd en vóór 1 september 2023 in de Unie in de handel zijn gebracht, mogen tot en met 1 september 2024 op de markt worden aangeboden en in het verkeer worden gebracht.

(13)   

Overeenkomstig wijzigingenreeks 03 van VN-Reglement nr. 34 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 153 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.

(14)   

Overeenkomstig VN-Reglement nr. 13-H (oorspronkelijke versie) en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 139 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.

(15)   

Overeenkomstig VN-Reglement nr. 13-H (oorspronkelijke versie) en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 140 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.

(16)   

Overeenkomstig wijzigingenreeks 02 van VN-Reglement nr. 64 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 141 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.

 ◄




BIJLAGE III

Wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858

Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858 wordt als volgt gewijzigd:

1) 

Verwijzingen naar “Verordening (EG) nr. 661/2009” worden als volgt gewijzigd:

a) 

in de tabel in deel I wordt bij de vermelding voor nummer 3A de verwijzing in de derde kolom naar “Verordening (EG) nr. 661/2009” vervangen door:

“Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad ►C1   ( *1 ) ◄

b) 

elke latere verwijzing naar “Verordening (EG) nr. 661/2009” in bijlage II wordt vervangen door een verwijzing naar “Verordening (EU) 2019/2144”.

2) 

Deel I wordt als volgt gewijzigd:

a) 

de tabel wordt als volgt gewijzigd:

i) 

de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:



“55A

Zijdelingse impact paal

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 135

X

 

 

X”

 

 

 

 

 

 

 

ii) 

de vermelding voor nummer 58 worden vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X”

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)”

iv) 

de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:



“65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

 

X

X

 

X

X

 

 

 

 

 

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

 

X

X

 

X

X”

 

 

 

 

 

b) 

de toelichtingen worden als volgt gewijzigd:

i) 

de toelichtingen 3 en 4 worden vervangen door:

“(3

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een voertuigstabiliteitsfunctie vereist.

(4

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een elektronisch stabiliteitscontrolesysteem vereist.”;

ii) 

toelichting 9A wordt vervangen door:

“(9A

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een bandenspanningscontrolesysteem vereist.”;

iii) 

toelichting 15 wordt vervangen door:

“(15

Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.”;

c) 

in deel I wordt tabel 1 als volgt gewijzigd:

i) 

de vermelding voor nummer 46A wordt vervangen door:



“46A

Montage van banden

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 142

 

B”

ii) 

de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

 

C

Datum voor weigering van de verlening van EU-typegoedkeuring:

7 januari 2026

Verbodsdatum voor de registratie van voertuigen:

7 juli 2034”

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

 

X

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

 

Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.”

d) 

de toelichting “N.v.t.” bij tabel 1 wordt als volgt gewijzigd:

“N.v.t.

De regelgevingshandeling is niet van toepassing. Conformiteit met een of meer specifieke aspecten van de regelgevingshandeling kan echter worden opgelegd.”;

e) 

in aanhangsel 1 wordt tabel 2 als volgt gewijzigd:

i) 

de vermeldingen voor nummer 46A worden vervangen door:



“46A

Montage van banden

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 142

 

B”

ii) 

de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

 

C

Datum voor weigering van de verlening van EU-typegoedkeuring:

7 januari 2026

Verbodsdatum voor de registratie van voertuigen:

7 juli 2034”

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

 

X

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

 

Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.”

f) 

in aanhangsel 2 wordt punt 4 als volgt gewijzigd:

i) 

▼C1

de tabel “Deel I: Voertuigen van categorie M1” wordt als volgt gewijzigd:

▼B

— 
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

VN-Reglement nr. 127

Verordening (EU) 2019/2144

(Bescherming van voetgangers)

De voertuigen moeten worden voorzien van een elektronisch antiblokkeersysteem dat op alle wielen werkt.

De voorschriften van VN-Reglement nr. 127 zijn van toepassing.

Frontale beschermingsinrichtingen moeten hetzij een integrerend deel van het voertuig vormen en voldoen aan de voorschriften van de VN-Reglement nr. 127, hetzij typegoedkeuring hebben verkregen als technische eenheid”

— 
de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 61:



“62

VN-Reglement nr. 134

Verordening (EU) 2019/2144

(Waterstofsysteem)

De voorschriften van VN-Reglement nr. 134 zijn van toepassing.

Bij wijze van alternatief kan worden aangetoond dat het voertuig voldoet aan:

— de materiële voorschriften van Verordening (EG) nr. 79/2009 in de versie die van toepassing is op 5 juli 2022;

— aanhangsel 100 — Technische norm voor brandstofsystemen van motorvoertuigen aangedreven door gecomprimeerd waterstofgas (Japan);

— GB/T 24549‐2009 Elektrische voertuigen aangedreven door brandstofcellen — veiligheidsvoorschriften (China);

— internationale norm ISO 23273:2013, deel 1: Functionele veiligheid voor voertuigen, en deel 2: Bescherming tegen waterstofgevaren voor voertuigen met samengeperst waterstof, of

— SAE J2578 — Algemene veiligheid van voertuigen aangedreven door brandstofcellen”

ii) 

▼C1

de tabel “Deel II: Voertuigen van categorie N1” wordt als volgt gewijzigd:

▼B

— 
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

VN-Reglement nr. 127

Verordening (EU) 2019/2144

(Bescherming van voetgangers)

De voertuigen moeten worden voorzien van een elektronisch antiblokkeersysteem dat op alle wielen werkt.

De voorschriften van VN-Reglement nr. 127 zijn van toepassing.

Frontale beschermingsinrichtingen moeten hetzij een integrerend deel van het voertuig vormen en voldoen aan de voorschriften van de VN-Reglement nr. 127, hetzij typegoedkeuring hebben verkregen als technische eenheid”

— 
de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 61:



“62

VN-Reglement nr. 134

Verordening (EU) 2019/2144

(Waterstofsysteem)

De voorschriften van VN-Reglement nr. 134 zijn van toepassing.

Bij wijze van alternatief kan worden aangetoond dat het voertuig voldoet aan:

— de materiële voorschriften van Verordening (EG) nr. 79/2009 in de versie die van toepassing is op 5 juli 2022;

— aanhangsel 100 — Technische norm voor brandstofsystemen van motorvoertuigen aangedreven door gecomprimeerd waterstofgas (Japan);

— GB/T 24549‐2009 Elektrische voertuigen aangedreven door brandstofcellen — veiligheidsvoorschriften (China);

— internationale norm ISO 23273:2013, deel 1: Functionele veiligheid voor voertuigen, en deel 2: Bescherming tegen waterstofgevaren voor voertuigen met samengeperst waterstof, of

— SAE J2578 — Algemene veiligheid van voertuigen aangedreven door brandstofcellen”

3) 

In deel II worden in de tabel de gegevens voor de nummers 58, 65 en 66 geschrapt.

4) 

Deel III wordt als volgt gewijzigd:

a) 

in aanhangsel 1 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

i) 

de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

X

X”

 

 

ii) 

de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

X

X

X

63

Algemene veiligheid

►C1  Verordening (EU) 2019/2144 ◄

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)”

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:



“65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

 

 

N.v.t.

N.v.t.

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

 

 

N.v.t.

N.v.t.”

b) 

in aanhangsel 2 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

i) 

de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:



“55A

Zijdelingse impact paal

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 135

N.v.t.

 

 

N.v.t.”

 

 

 

 

 

 

ii) 

de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

N.v.t.

 

 

N.v.t.”

 

 

 

 

 

 

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

X

X

X

X

X

 

 

 

 

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)”

iv) 

de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:



“65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

 

N.v.t.

N.v.t.

 

N.v.t.

N.v.t.

 

 

 

 

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

 

N.v.t.

N.v.t.

 

N.v.t.

N.v.t.”

 

 

 

 

c) 

aanhangsel 3 wordt als volgt gewijzigd:

i) 

in de tabel wordt de volgende vermelding ingevoegd na de vermelding voor item 54A:



“55A

Zijdelingse impact paal

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 135

N.v.t.”

ii) 

in de tabel wordt de vermelding voor nummer 58 vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

G”

iii) 

in de tabel worden de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)”

▼C1

iv) 

het volgende punt wordt toegevoegd:

“5. 

De punten 1 tot en met 4 zijn ook van toepassing op voertuigen van categorie M1 die niet als voertuigen voor speciale doeleinden zijn ingedeeld, maar wel toegankelijk zijn voor rolstoelen.”;

▼B

d) 

in aanhangsel 4 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

i) 

de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:



“55A

Zijdelingse impact paal

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 135

 

 

A”

 

 

 

 

 

 

ii) 

de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:



“58

Bescherming van voetgangers

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 127

 

 

A”

 

 

 

 

 

 

iii) 

de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 worden vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

X

X

X

X

 

 

 

 

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

X (15)

65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

N.v.t.

N.v.t.

 

N.v.t.

N.v.t.

 

 

 

 

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

N.v.t.

N.v.t.

 

N.v.t.

N.v.t.”

 

 

 

 

e) 

in aanhangsel 5 worden in de tabel de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)

65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

N.v.t.

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

N.v.t.”

f) 

in aanhangsel 6 worden in de tabel de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 vervangen door:



“62

Waterstofsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 134

X

 

63

Algemene veiligheid

Verordening (EU) 2019/2144

X (15)

X (15)

65

Geavanceerd noodremsysteem

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 131

N.v.t.

 

66

Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook

Verordening (EU) 2019/2144

VN-Reglement nr. 130

N.v.t.”

 

g) 

de toelichting wordt als volgt gewijzigd:

i) 

de toelichting voor X wordt vervangen door:

“X 

De voorschriften in de desbetreffende regelgevingshandeling zijn van toepassing.”;

ii) 

de toelichtingen 3 en 4 worden vervangen door:

“(3

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een voertuigstabiliteitsfunctie vereist.

(4

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een elektronisch stabiliteitscontrolesysteem vereist.”;

iii) 

toelichting 9A wordt vervangen door:

“(9A

Alleen van toepassing als de voertuigen voorzien zijn van uitrustingsstukken die onder VN-Reglement nr. 64 vallen. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een bandenspanningscontrolesysteem echter verplicht.”;

iv) 

toelichting 15 wordt vervangen door:

“(15

Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de desbetreffende tabel zijn vermeld.”;

v) 

de toelichtingen 16 en 17 worden geschrapt.




BIJLAGE IV

Overgangsbepalingen als bedoeld in artikel 15, lid 3



VN-reglement Nummer

Specifieke voorschriften

►C1  Uiterste datum voor de registratie van niet-conforme voertuigen en voor de verkoop en het in gebruik nemen van niet-conforme onderdelen (1) ◄

117

Banden wat betreft rolgeluidemissies, grip op nat wegdek en rolweerstand

30 april 2023

Banden van klasse C3 moeten voldoen aan de voorschriften inzake rolweerstand in fase 2



►C1  ( *1 ) Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 1).”; ◄