02019R2144 — NL — 05.09.2022 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2019/2144 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1243 VAN DE COMMISSIE van 19 april 2021 |
L 272 |
11 |
30.7.2021 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1341 VAN DE COMMISSIE van 23 april 2021 |
L 292 |
4 |
16.8.2021 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1958 VAN DE COMMISSIE van 23 juni 2021 |
L 409 |
1 |
17.11.2021 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/545 VAN DE COMMISSIE van 26 januari 2022 |
L 107 |
18 |
6.4.2022 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1398 VAN DE COMMISSIE van 8 juni 2022 |
L 213 |
1 |
16.8.2022 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2019/2144 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 27 november 2019
betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld betreffende:
de typegoedkeuring van voertuigen en voor voertuigen ontworpen en gebouwde systemen, onderdelen en technische eenheden wat betreft de algemene kenmerken en veiligheid ervan en de bescherming en veiligheid van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers;
de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft systemen voor bandenspanningscontrole, met betrekking tot de veiligheid, brandstofefficiëntie en CO2-emissies ervan, en
de typegoedkeuring van nieuw geproduceerde banden wat betreft de veiligheid en de milieuprestaties ervan.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op voertuigen van de categorieën M, N en O, zoals gedefinieerd in artikel 4 van Verordening (EU) 2018/858, en op systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen worden ontworpen en gebouwd.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 3 van Verordening (EU) 2018/858.
Daarnaast wordt verstaan onder:
“kwetsbare weggebruikers”: niet-gemotoriseerde weggebruikers, waaronder met name fietsers en voetgangers, alsook gebruikers van gemotoriseerde tweewielers;
“bandenspanningscontrolesysteem”: een op een voertuig gemonteerd systeem dat de bandenspanning of de variatie ervan in de tijd kan meten en de gebruiker daarover informatie kan verstrekken terwijl het voertuig rijdt;
“intelligente snelheidsondersteuning”: een systeem om de bestuurder te helpen de juiste snelheid voor de wegomgeving aan te houden door hem specifieke en gepaste feedback te geven;
“ondersteuning van de installatie van een alcoholslot”: een gestandaardiseerde interface die de montage van aftermarket-alcoholsloten in motorvoertuigen vergemakkelijkt;
“vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing”: een systeem dat de alertheid van de bestuurder beoordeelt door de voertuigsystemen te analyseren en dat de bestuurder zo nodig waarschuwt;
“geavanceerde afleidingswaarschuwing”: een systeem dat de bestuurder helpt om alert te blijven met betrekking tot de verkeerssituatie en dat de bestuurder waarschuwt zodra hij afgeleid raakt;
“noodstopsignaal”: een lichtsignaalfunctie die wordt gebruikt om andere weggebruikers achter het voertuig erop te attenderen dat het voertuig sterk vertraagt in verband met de heersende omstandigheden op de weg;
“achteruitrijdetectie”: een systeem om de bestuurder attent te maken op mensen en voorwerpen die zich aan de achterkant van het voertuig bevinden met als voornaamste doel botsingen te vermijden bij het achteruitrijden;
“waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook”: een systeem om de bestuurder te waarschuwen wanneer zijn voertuig de rijstrook onbedoeld verlaat;
“geavanceerd noodremsysteem”: een systeem dat automatisch een mogelijke botsing kan detecteren en het remsysteem van het voertuig kan activeren om het voertuig af te remmen teneinde een botsing te vermijden of te verzachten;
“systeem voor rijstrookassistentie in noodsituaties”: een systeem dat de bestuurder helpt het voertuig op veilige afstand te houden ten opzichte van de grens van de rijstrook of weg, minstens wanneer de rijstrook (bijna) wordt verlaten en een botsing mogelijk is;
“hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig”: de voorziening waarmee het boordelektronicasysteem van het voertuig van de uitgeschakelde toestand, waarin het voertuig zich bevindt wanneer het is geparkeerd en de bestuurder afwezig is, in de normale bedrijfstoestand wordt gebracht;
“gegevensrecorder voor incidenten”: een systeem dat uitsluitend tot doel heeft kritische botsinggerelateerde parameters en informatie kort vóór, tijdens en onmiddellijk na een botsing te registreren en op te slaan;
“frontbeschermingsinrichting”: een of meer afzonderlijke structuren, zoals een koeienvanger, of een bijkomende bumper die bedoeld is om in combinatie met de tot de originele uitrusting behorende bumper het buitenoppervlak van het voertuig te beschermen bij een botsing met een object; structuren met een massa van minder dan 0,5 kg die bedoeld zijn om uitsluitend de lampen van het voertuig te beschermen, vallen niet onder deze definitie;
“bumper”: het onderste deel van de frontconstructie aan de buitenkant van een voertuig, met inbegrip van eventuele aanzetstukken, dat bedoeld is om het voertuig te beschermen wanneer het betrokken raakt bij een frontale botsing bij lage snelheid met een ander voertuig; echter met uitzondering van een eventuele frontbeschermingsinrichting;
“waterstofvoertuig”: elk motorvoertuig dat met waterstof als brandstof wordt aangedreven;
“waterstofsysteem”: een samenstel van onderdelen van een waterstofsysteem en verbindingsstukken die op waterstofvoertuigen zijn geïnstalleerd, met uitzondering van het waterstofaandrijfsysteem en de hulpenergiesystemen;
“waterstofaandrijfsysteem”: de energieomzetter waarmee het voertuig wordt aangedreven;
“onderdeel van een waterstofsysteem”: de waterstoftanks en alle andere delen van waterstofvoertuigen die rechtstreeks met waterstof in contact komen of die deel uitmaken van een waterstofsysteem;
“waterstoftank”: het onderdeel van het waterstofsysteem waarin het primaire volume van de waterstofbrandstof is opgeslagen;
“geautomatiseerd voertuig”: een motorvoertuig dat ontworpen en gebouwd is om zich gedurende bepaalde tijd autonoom te verplaatsen zonder permanent toezicht van de bestuurder, maar met betrekking waartoe de bestuurder nog steeds wordt geacht in te grijpen of moet ingrijpen;
“volledig geautomatiseerd voertuig”: een motorvoertuig dat ontworpen en gebouwd is om zich autonoom te verplaatsen zonder enig toezicht van de bestuurder;
“controlesysteem voor bestuurderbeschikbaarheid”: een systeem dat controleert of de bestuurder in staat is de rijfunctie in bepaalde situaties van een geautomatiseerd voertuig over te nemen, indien dit passend is;
“voertuigplatooning”: het verbinden van twee of meer voertuigen in een konvooi met behulp van connectiviteitstechnologie en systemen voor ondersteuning van geautomatiseerd rijden, waardoor de voertuigen automatisch een vooraf bepaalde, kleine afstand tot elkaar kunnen houden wanneer ze gedurende bepaalde delen van een reis met elkaar verbonden zijn en zich kunnen aanpassen aan veranderingen in de beweging van het leidende voertuig en waarbij de bestuurders nauwelijks of niet hoeven in te grijpen;
“maximummassa”: de door de fabrikant opgegeven technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand;
“A‐stijl”: de voorste en buitenste daksteun, van het chassis tot aan het dak van het voertuig.
HOOFDSTUK II
VERPLICHTINGEN VAN DE FABRIKANTEN
Artikel 4
Algemene verplichtingen en technische voorschriften
De fabrikanten zorgen er tevens voor dat de voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden vanaf de in bijlage II vermelde data in overeenstemming zijn met de in die bijlage vermelde toepasselijke voorschriften, met de nadere technische voorschriften en testprocedures die zijn vastgesteld in de gedelegeerde handelingen en met de uniforme procedures en technische specificaties die zijn vastgesteld in de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen, met inbegrip van de voorschriften betreffende:
beveiligingssystemen, botsproeven, integriteit van het brandstofsysteem en elektrische veiligheid bij hoogspanning;
kwetsbare weggebruikers, zicht en zichtbaarheid;
chassis van het voertuig, remmen, banden en stuurinrichting;
boordinstrumenten, elektrisch systeem, voertuigverlichting en bescherming tegen onrechtmatig gebruik, inclusief cyberaanvallen;
gedrag van bestuurder en systeem, en
algemene constructie en kenmerken van het voertuig.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 5
Specifieke bepalingen betreffende bandenspanningscontrolesystemen en banden
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor:
de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft de bandenspanningscontrolesystemen ervan;
de typegoedkeuring van banden, met inbegrip van de technische specificaties voor de montage ervan.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 6
Geavanceerde voertuigsystemen voor alle categorieën motorvoertuigen
De motorvoertuigen worden uitgerust met de volgende geavanceerde voertuigsystemen:
intelligente snelheidsondersteuning;
ondersteuning van de installatie van een alcoholslot;
vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing;
geavanceerde afleidingswaarschuwing;
noodstopsignaal;
achteruitrijdetectie, en
gegevensrecorder voor incidenten.
Intelligente snelheidsondersteuning voldoet aan de volgende minimumvereisten:
de bestuurder kan er via de versnellingsbediening, of via specifieke, gepaste en doeltreffende feedback attent op worden gemaakt dat de toepasselijke snelheidslimiet is overschreden;
het systeem kan worden uitgeschakeld; er kan nog steeds informatie over de snelheidslimiet worden verstrekt en de intelligente snelheidsondersteuning moet zich telkens wanneer de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt ingeschakeld in de normale bedrijfstoestand bevinden;
deze specifieke en gepaste feedback moet gebaseerd zijn op informatie betreffende de snelheidslimiet die is verkregen door het waarnemen van verkeersborden en ‐signalen, op basis van infrastructuursignalen of op elektronische-kaartgegevens, dan wel op beide; deze informatie moet in het voertuig beschikbaar zijn;
het systeem mag de bestuurder niet de mogelijkheid ontnemen de door het systeem aangegeven voertuigsnelheid te overschrijden;
de prestatiedoelstellingen van het systeem worden op zodanige wijze vastgelegd dat de foutenkans in reële rijomstandigheden tot nul of tot een minimum wordt beperkt.
Gegevensrecorders voor incidenten moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende voorschriften:
de gegevens die kort vóór, tijdens en onmiddellijk na een botsing door de recorders kunnen worden geregistreerd en opgeslagen, betreffen onder andere de snelheid van het voertuig, het remmen, de positie en de overhelling van het voertuig op de weg, de toestand en de mate van activering van alle veiligheidssystemen van het voertuig, het op 112 gebaseerd eCall-boordsysteem, remactivering en de relevante inputparameters van de systemen voor actieve veiligheid en ongevalpreventie aan boord van het voertuig; deze gegevens moeten een hoge mate van nauwkeurigheid hebben en ook na een ongeval beschikbaar blijven;
zij kunnen niet worden uitgeschakeld;
de wijze waarop zij gegevens kunnen registreren en opslaan is zodanig dat:
zij functioneren met een systeem met gesloten circuit;
de gegevens die zij verzamelen geanonimiseerd zijn, en beschermd tegen manipulatie en misbruik, en
de gegevens die zij verzamelen het mogelijk maken om het type, de variant en de uitvoering van het voertuig, en in het bijzonder de systemen voor actieve veiligheid en ongevalpreventie aan boord van het voertuig, precies te identificeren, en
de gegevens die zij kunnen registreren, kunnen via een gestandaardiseerde interface op basis van Unie- of nationale wetgeving en uitsluitend met het oog op onderzoek naar en analyse van ongevallen, waaronder voor typegoedkeuring van systemen en onderdelen en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679, aan nationale autoriteiten ter beschikking worden gesteld.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen met nadere voorschriften voor specifieke testprocedures en technische voorschriften betreffende:
de typegoedkeuring van voertuigen wat betreft de in lid 1 vermelde geavanceerde voertuigsystemen;
de typegoedkeuring van de onder a), f) en g) van lid 1 vermelde geavanceerde voertuigsystemen als technische eenheden.
Die gedelegeerde handelingen worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 7
Specifieke voorschriften voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen
Voertuigen van de categorieën M1 en N1 worden uitgerust met geavanceerde noodremsystemen die tweefasig zijn ontworpen en gemonteerd en die zorgen voor:
de detectie van obstakels en bewegende voertuigen vóór het motorvoertuig in de eerste fase;
uitbreiding van het onder a) bedoelde detectievermogen in de tweede fase tot voetgangers en fietsers die zich vóór het motorvoertuig bevinden.
Geavanceerde noodremsystemen en systemen voor rijstrookassistentie in noodsituaties moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende minimumvoorschriften:
dergelijke systemen kunnen uitsluitend een voor een worden uitgeschakeld door middel van een reeks handelingen die door de bestuurder moeten worden verricht;
als de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd, moeten de systemen zich altijd in normale werkmodus bevinden;
geluidssignalen moeten op eenvoudige wijze kunnen worden uitgeschakeld, maar deze handeling mag niet tegelijk leiden tot het onderdrukken van andere systeemfuncties dan de geluidssignalen;
de bestuurder moet kunnen voorbijgaan aan dergelijke systemen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 8
Frontbeschermingsinrichtingen voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 9
Specifieke voorschriften voor bussen en vrachtwagens
De in de leden 2 en 3 bedoelde systemen moeten in het bijzonder voldoen aan de volgende minimumvoorschriften:
dergelijke systemen kunnen uitsluitend een voor een worden uitgeschakeld door middel van een reeks handelingen die door de bestuurder moeten worden verricht;
als de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd, moeten de systemen zich altijd in normale werkmodus bevinden;
geluidssignalen moeten op eenvoudige wijze kunnen worden uitgeschakeld, maar deze actie mag niet tegelijk leiden tot het onderdrukken van andere systeemfuncties dan de geluidssignalen;
de bestuurder moet kunnen voorbijgaan aan dergelijke systemen.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast betreffende de uniforme procedures en technische specificaties voor:
de typegoedkeuring van voertuigen met betrekking tot de in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel bedoelde voorschriften;
de typegoedkeuring van de in lid 3 van dit artikel bedoelde systemen als technische eenheden.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Indien deze uitvoeringshandelingen betrekking hebben op de in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel vastgestelde voorschriften, worden zij ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Indien deze uitvoeringshandelingen betrekking hebben op de in lid 5 van dit artikel vastgestelde voorschriften, worden zij ten minste 36 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 10
Specifieke voorschriften voor waterstofvoertuigen
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Ze worden ten minste 15 maanden voor de in bijlage II genoemde toepasselijke data gepubliceerd.
Artikel 11
Specifieke voorschriften voor geautomatiseerde voertuigen en volledig geautomatiseerde voertuigen
Geautomatiseerde voertuigen en volledig geautomatiseerde voertuigen moeten behalve aan de andere voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die van toepassing zijn op voertuigen van de betrokken categorieën, ook voldoen aan de technische specificaties die zijn uiteengezet in de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandelingen die betrekking hebben op:
systemen die dienen om de besturing van het voertuig, met inbegrip van signaleren, sturen, versnellen en remmen, door de bestuurder te vervangen;
systemen die dienen om aan het voertuig realtime informatie te geven over de toestand van het voertuig en de omgeving;
controlesystemen voor bestuurderbeschikbaarheid;
gegevensrecorders voor incidenten voor geautomatiseerde voertuigen;
een geharmoniseerd formaat voor de uitwisseling van gegevens, bijvoorbeeld voor vehicle platooning met voertuigen van verschillende merken;
systemen om veiligheidsinformatie te verstrekken aan andere weggebruikers.
Deze in de eerste alinea, onder c), bedoelde technische specificaties in verband met controlesystemen voor bestuurderbeschikbaarheid gelden echter niet voor volledig geautomatiseerde voertuigen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALINGEN
Artikel 12
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 13
Comitéprocedure
Indien het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 14
Evaluatie en verslaglegging
De Commissie evalueert met name de betrouwbaarheid en efficiëntie van nieuwe systemen voor intelligente snelheidsondersteuning en de nauwkeurigheid en het foutenpercentage van dergelijke systemen in reële rijomstandigheden. In voorkomend geval dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in.
Artikel 15
Overgangsbepalingen
Artikel 16
Data voor toepassing van de voorschriften
Met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden moeten de nationale instanties:
vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, weigeren EU‐typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe typen voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift;
vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, conformiteitscertificaten van nieuwe voertuigen als niet langer geldig beschouwen voor de toepassing van artikel 48 van Verordening (EU) 2018/858, en de registratie van dergelijke voertuigen verbieden indien die voertuigen niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift;
vanaf de in bijlage II ten aanzien van een bepaald in die bijlage vermeld voorschrift vermelde data, het in de handel brengen of in gebruik nemen van onderdelen en technische eenheden verbieden, indien zij niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, om redenen die verband houden met dat voorschrift.
Artikel 17
Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/858
Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.
Artikel 18
Intrekking
Artikel 19
Inwerkingtreding en datum van toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 6 juli 2022.
Artikel 4, leden 3, 6 en 7, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 6, artikel 7, lid 6, artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 7, artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 2, en de artikelen 12 en 13 zijn evenwel van toepassing met ingang van 5 januari 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van VN-reglementen, bedoeld in artikel 4, lid 2
VN-Reglement nr. |
Onderwerp |
In het PB gepubliceerde wijzigingenreeks |
Verwijzing naar het PB |
Toepassingsgebied van het VN‐reglement |
1 |
Koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen van categorie R2 en/of HS1 |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 177 van 10.7.2010, blz. 1 |
M, N () |
3 |
Retroflecterende voorzieningen voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 323 van 6.12.2011, blz. 1 |
M, N, O |
4 |
Achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 17 |
M, N, O |
6 |
Richtingaanwijzers voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 213 van 18.7.2014, blz. 1 |
M, N, O |
7 |
Breedtelichten, achterlichten, stoplichten en markeringslichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 285 van 30.9.2014, blz. 1 |
M, N, O |
8 |
Voor motorvoertuigen bestemde koplampen (H1, H2, H3, HB3, HB4, H7, H8, H9, HIR1, HIR2 en/of H11) |
Wijzigingenreeks 05, corrigendum 1 op herziening 4 |
PB L 177 van 10.7.2010, blz. 71 |
M, N () |
10 |
Elektromagnetische compatibiliteit |
Wijzigingenreeks 05 |
PB L 41 van 17.2.2017, blz. 1 |
M, N, O |
11 |
Deursluitingen en deurbevestigingsonderdelen |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 218 van 21.8.2019, blz. 1 |
M1, N1 |
12 |
Bescherming van de bestuurder tegen de stuurvoorziening bij een botsing |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 89 van 27.3.2013, blz. 1 |
M1, N1 |
13 |
Remsysteem van voertuigen en aanhangwagens |
Wijzigingenreeks 11 |
PB L 42 van 18.2.2016, blz. 1 |
M2, M3, N, O () |
13-H |
Remsysteem van personenwagens |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 335 van 22.12.2015, blz. 1 |
M1, N1 |
14 |
Veiligheidsgordelverankeringen |
Wijzigingenreeks 09 |
PB L 324 van 13.12.2019, blz. 14 |
M, N |
16 |
Veiligheidsgordels, beveiligingssystemen, kinderbeveiligingssystemen en Isofix-kinderbeveiligingssystemen |
Wijzigingenreeks 07 |
PB L 109 van 27.4.2018, blz. 1 |
M, N |
17 |
Stoelen, stoelverankeringen en eventuele hoofdsteunen |
Wijzigingenreeks 09 |
PB L 266 van 18.10.2019, blz. 1 |
M, N |
18 |
Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 120 van 13.5.2010, blz. 29 |
M2, M3, N2, N3 |
19 |
Mistvoorlichten voor motorvoertuigen |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 250 van 22.8.2014, blz. 1 |
M, N |
20 |
Koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van halogeengloeilampen (H4-lampen) |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 177 van 10.7.2010, blz. 170 |
M, N () |
21 |
Binnenuitrusting |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 188 van 16.7.2008, blz. 32 |
M1 |
23 |
Achteruitrij- en manoeuvreerlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 237 van 8.8.2014, blz. 1 |
M, N, O |
25 |
Al dan niet in voertuigstoelen ingebouwde hoofdsteunen |
Wijzigingenreeks 04 corrigendum 2 op herziening 1 |
PB L 215 van 14.8.2010, blz. 1 |
M1 |
26 |
Naar buiten uitstekende delen |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 215 van 14.8.2010, blz. 27 |
M1 |
28 |
Geluidssignaalinrichtingen en geluidssignalen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 323 van 6.12.2011, blz. 33 |
M, N |
29 |
Bescherming van de inzittenden van de cabine van bedrijfsvoertuigen |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 283 van 5.11.2019, blz. 72 |
N |
30 |
Luchtbanden voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (klasse C1) |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 307 van 23.11.2011, blz. 1 |
M, N, O |
31 |
Voor motorvoertuigen bestemde sealed-beamkoplampen (SB) die Europees asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 185 van 17.7.2010, blz. 15 |
M, N |
34 |
Brandpreventie (tanks voor vloeibare brandstof) |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 231 van 26.8.2016, blz. 41 |
M, N, O |
37 |
Gloeilampen voor gebruik in goedgekeurde lichtunits van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 213 van 18.7.2014, blz. 36 |
M, N, O |
38 |
Mistachterlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 20 |
M, N, O |
39 |
Snelheidsmeter en kilometerteller en de installatie ervan |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 302 van 28.11.2018, blz. 106 |
M, N |
43 |
Veiligheidsbeglazingsmaterialen en de montage ervan in voertuigen |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 42 van 12.2.2014, blz. 1 |
M, N, O |
44 |
Beveiligingssystemen voor kinderen aan boord van motorvoertuigen (“kinderbeveiligingssystemen”) |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 285 van 1.9.2020, blz. 1 |
M, N |
45 |
Koplampwissers |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 136 van 29.4.2020, blz. 1 |
M, N |
46 |
Voorzieningen voor indirect zicht en de installatie ervan |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 237 van 8.8.2014, blz. 24 |
M, N |
48 |
Installatie van verlichtings- en lichtsignaalvoorzieningen op motorvoertuigen |
Wijzigingenreeks 07 |
PB L 347 van 30.9.2021, blz. 1 |
M, N, O () |
54 |
Luchtbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan (klassen C2 en C3) |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 307 van 23.11.2011, blz. 2 |
M, N, O |
55 |
Mechanische onderdelen van koppelingen van voertuigcombinaties |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 153 van 15.6.2018, blz. 179 |
M, N, O () |
58 |
Beschermingen aan de achterzijde tegen klemrijden en de installatie ervan; bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 49 van 20.2.2019, blz. 1 |
M, N, O |
61 |
Bedrijfsvoertuigen wat betreft de naar buiten uitstekende delen vóór de achterwand van de cabine |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 164 van 30.6.2010, blz. 1 |
N |
64 |
Reserve-eenheid voor tijdelijk gebruik, runflatbanden/-systeem (en bandenspanningscontrolesysteem) |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 310 van 26.11.2010, blz. 18 |
M1, N1 |
66 |
Sterkte van de bovenbouw van grote passagiersvoertuigen |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 84 van 30.3.2011, blz. 1 |
M2, M3 |
67 |
Motorvoertuigen die LPG gebruiken |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 285 van 20.10.2016, blz. 1 |
M, N |
73 |
Zijdelingse beschermingen van vrachtwagens |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 122 van 8.5.2012, blz. 1 |
N2, N3, O3, O4 |
77 |
Parkeerlichten voor motorvoertuigen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 21 |
M, N |
79 |
Stuurinrichting |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 318 van 14.12.2018, blz. 1 |
M, N, O |
80 |
Stoelen van grote passagiersvoertuigen |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 266 van 18.10.2019, blz. 31 |
M2, M3 |
87 |
Dagrijlichten voor motorvoertuigen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 24 |
M, N |
89 |
Al dan niet instelbare snelheidsbegrenzers |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 25 |
M, N () |
90 |
Vervangingsremvoeringsets, -trommelremvoeringen, -remschijven en -remtrommels voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 290 van 16.11.2018, blz. 54 |
M, N, O (a) i) ii) b) i) ii) c) d)) |
91 |
Zijmarkeringslichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 27 |
M, N, O |
93 |
Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden en de installatie ervan; bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 185 van 17.7.2010, blz. 56 |
N2, N3 |
94 |
Bescherming van de inzittenden bij een frontale botsing |
Wijzigingenreeks 04 |
PB L 392 van 5.11.2021, blz. 1 |
M1, N1 |
95 |
Bescherming van de inzittenden bij een zijdelingse botsing |
Wijzigingenreeks 05 |
PB L 392 van 5.11.2021, blz. 62 |
M1, N1 |
97 |
Voertuigalarmsystemen (VAS) |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 122 van 8.5.2012, blz. 19 |
M1, N1 () |
98 |
Voor motorvoertuigen bestemde koplampen met gasontladingslichtbronnen |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 176 van 14.6.2014, blz. 64 |
M, N |
99 |
Gasontladingslichtbronnen voor gebruik in goedgekeurde gasontladingslichtunits van motorvoertuigen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 320 van 17.12.2018, blz. 45 |
M, N |
100 |
Elektrische veiligheid |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 302 van 28.11.2018, blz. 114 |
M, N |
102 |
Kortkoppelinrichting; montage van een goedgekeurd type kortkoppelinrichting |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 351 van 30.12.2008, blz. 44 |
N2, N3, O3, O4 |
104 |
Retroflectoren (zware en lange voertuigen) |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 75 van 14.3.2014, blz. 29 |
M2, M3, N, O2, O3, O4 |
105 |
Voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen |
Wijzigingenreeks 05 |
PB L 4 van 7.1.2012, blz. 30 |
N,O |
107 |
Algemene constructie van voertuigen van de categorieën M2 en M3 |
Wijzigingenreeks 07 |
PB L 52 van 23.2.2018, blz. 1 |
M2, M3 |
108 |
Coverbanden voor personenauto’s en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 181 van 4.7.2006, blz. 1 |
M1, O1, O2 |
109 |
Coverbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 181 van 4.7.2006, blz. 1 |
M2, M3, N, O3, O4 |
110 |
Specifieke onderdelen voor gecomprimeerd aardgas (CNG) en/of vloeibaar aardgas (LNG) |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 166 van 30.6.2015, blz. 1 |
M, N |
112 |
Voor motorvoertuigen bestemde koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen en/of ledmodules |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 250 van 22.8.2014, blz. 67 |
M, N |
114 |
Vervangingsairbagsystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 373 van 27.12.2006, blz. 272 |
M1, N1 |
115 |
LPG- en CNG-retrofitsystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 323 van 7.11.2014, blz. 91 |
M, N |
116 |
Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 45 van 16.2.2012, blz. 1 |
M1, N1 () |
117 |
Banden met betrekking tot rolgeluidemissies, grip op nat wegdek en rolweerstand (klassen C1, C2 en C3) |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 218 van 12.8.2016, blz. 1 |
M, N, O |
118 |
Brandwerendheid van in bussen gebruikte interieurmaterialen |
Wijzigingenreeks 03 |
PB L 48 van 21.2.2020, blz. 26 |
M3 |
119 |
Hoeklichten |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 89 van 25.3.2014, blz. 101 |
M, N |
121 |
Plaats en identificatie van handbedieningen, verklikkerlichten en meters |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 5 van 8.1.2016, blz. 9 |
M, N |
122 |
Verwarmingssystemen van voertuigen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 19 van 24.1.2020, blz. 42 |
M, N, O |
123 |
Adaptieve koplampsystemen (AFS) voor motorvoertuigen |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 49 van 20.2.2019, blz. 24 |
M, N |
124 |
Vervangingswielen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 375 van 27.12.2006, blz. 568 |
M1, N1, O1, O2 |
125 |
Gezichtsveld naar voren |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 20 van 25.1.2018, blz. 16 |
M1 |
126 |
Scheidingssystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 35 van 7.2.2020, blz. 37 |
M1 |
127 |
Veiligheid van de voetgangers |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 154 van 15.5.2020, blz. 1 |
M1, N1 |
128 |
Ledlichtbronnen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 320 van 17.12.2018, blz. 63 |
M, N, O |
129 |
Betere kinderbeveiligingssystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 97 van 29.3.2014, blz. 21 |
M, N |
130 |
Waarschuwingssystemen voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 178 van 18.6.2014, blz. 29 |
M2, M3, N2, N3 () |
131 |
Geavanceerde noodremsystemen |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 214 van 19.7.2014, blz. 47 |
M2, M3, N2, N3 () |
134 |
Veiligheid van waterstof |
Oorspronkelijke versie van de verordening |
PB L 129 van 17.5.2019, blz. 43 |
M, N |
135 |
Zijdelingse impact paal |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 103 van 3.4.2020, blz. 12 |
M1, N1 |
137 |
Frontale botsing op volle breedte |
Wijzigingenreeks 02 |
PB L 392 van 5.11.2021, blz. 130 |
M1, N1 |
139 |
Remhulpsystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 269 van 26.10.2018, blz. 1 |
M1, N1 |
140 |
Elektronische stabiliteitscontrolesystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 269 van 26.10.2018, blz. 17 |
M1, N1 |
141 |
Bandenspanningscontrolesystemen |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 323 van 13.9.2021, blz. 1 |
M, N, O |
142 |
Montage van banden |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 293 van 16.8.2021, blz. 34 |
M, N, O |
145 |
Kinderbeveiligingsverankeringen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 324 van 13.12.2019, blz. 47 |
M1, N1 |
148 |
Lichtsignaalvoorzieningen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 347 van 30.9.2021, blz. 123 |
M, N, O |
149 |
Wegverlichtingsvoorzieningen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 347 van 30.9.2021, blz. 173 |
M, N, O |
150 |
Retroflecterende voorzieningen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 347 van 30.9.2021, blz. 297 |
M, N, O |
151 |
Dodehoekinformatiesysteem voor de detectie van fietsen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 360 van 30.10.2020, blz. 48 |
M2, M3, N2, N3 |
152 |
Geavanceerd noodremsysteem (AEBS) |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 360 van 30.10.2020, blz. 66 |
M1, N1 |
153 |
Veiligheid van elektrische aandrijflijn bij kop-staartbotsing |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 82 van 9.3.2021, blz. 1 |
M1, N1 |
155 |
Cyberbeveiliging en beheersysteem voor cyberbeveiliging |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 82 van 9.3.2021, blz. 30 |
M, N, O |
157 |
Geautomatiseerd systeem voor rijstrookassistentie |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 82 van 9.3.2021, blz. 75 |
M1 |
158 |
Voorzieningen voor zicht naar achteren of detectie van achterzijde |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 184 van 25.5.2021, blz. 20 |
M, N |
159 |
Wegrijdinformatiesysteem |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 184 van 25.5.2021, blz. 62 |
M2, M3, N2, N3 |
160 |
Gegevensrecorder voor incidenten (EDR) |
Wijzigingenreeks 01 |
PB L 265 van 26.7.2021, blz. 3 |
M1, N1 |
161 |
Vergrendelingssysteem |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 470 van 30.12.2021, blz. 1 |
M1, N1 |
162 |
Immobilisatiesystemen |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 470 van 30.12.2021, blz. 23 |
M1, N1 |
163 |
Voertuigalarmsysteem |
Oorspronkelijke versie van het reglement |
PB L 470 van 30.12.2021, blz. 48 |
M1, N1 |
(1)
De VN-Reglementen nrs. 1, 8 en 20 gelden niet voor de EU-typegoedkeuring van voertuigen.
(2)
De verplichte montage van een functie voor stabiliteitscontrole is krachtens de VN-reglementen vereist. Dit is evenwel ook verplicht voor voertuigen van categorie N1.
(3)
Wanneer de voertuigfabrikant verklaart dat een voertuig geschikt is voor het trekken van lasten (punt 2.11.5 van het in artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) 2018/858 bedoelde inlichtingenformulier) en een deel van een al dan niet in het type motorvoertuig gemonteerde geschikte mechanische koppelinrichting een verlichtingselement en/of de ruimte voor de montage en bevestiging van de achterkentekenplaat (gedeeltelijk) aan het gezicht zou kunnen onttrekken, is het volgende van toepassing: — in de gebruiksinstructies van het motorvoertuig (bv. de gebruikershandleiding of instructieboekje van het voertuig) moet duidelijk vermeld staan dat de installatie van een mechanische koppelinrichting die niet gemakkelijk kan worden verwijderd of verplaatst, verboden is; — in de instructies moet ook duidelijk worden bepaald dat indien er een mechanische koppelinrichting wordt gemonteerd, deze verwijderd of verplaatst moet worden zij niet in gebruik is, en — bij typegoedkeuring van het voertuigsysteem in overeenstemming met VN-Reglement nr. 55 moet worden gewaarborgd dat de bepalingen inzake verwijdering, herpositionering en/of alternatieve plaatsing ook volledig zijn nageleefd met betrekking tot de verlichtingsinstallatie en de ruimte voor het monteren en bevestigen van de achterkentekenplaat.
(4)
Alleen met betrekking tot snelheidsbegrenzers en de verplichte installatie daarvan op voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3.
(5)
Op voertuigen van de categorieën M1 en N1 moeten voorzieningen ter beveiliging tegen onrechtmatig gebruik worden gemonteerd en op voertuigen van categorie M1 moeten immobilisatiesystemen worden gemonteerd.
(6)
Zie toelichting 4 bij de tabel in bijlage II.
(7)
Voor voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa van ≤ 3 500 kg) en N1 die niet zijn uitgerust met dubbele wielen van een as.
►M5
(8)
VN-Reglement nr. 90 is van toepassing op het op de markt aanbieden of het in het verkeer brengen van: a) nieuwe vervangingsremvoeringsets voor voertuigtypen van de volgende categorieën: i) categorie M1 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 3,5 ton, categorie M2 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 3,5 ton en de categorieën N1, O1 en O2, waarvoor na 7 april 1998 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H; ii) categorie M1 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton, categorie M2 met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton en de categorieën M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2014 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H; b) nieuwe vervangingsremschijven en -trommels voor voertuigtypen van de volgende categorieën: i) categorieën M1 en N1, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13 of nr. 13-H; ii) categorieën O1 en O2, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13; c) nieuwe vervangingsremschijven voor voertuigtypen van de categorieën M2, M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2014 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13; d) nieuwe vervangingsremtrommels voor voertuigtypen van de categorieën M2, M3, N2, N3, O3 en O4, waarvoor na 1 november 2016 typegoedkeuring is verleend overeenkomstig VN-Reglement nr. 13. ◄Opmerkingen bij de tabel De in de tabel vermelde wijzigingenreeks verwijst naar de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte versie en laat de wijzigingenreeksen onverlet waaraan op grond van de daarin vervatte overgangsbepalingen moet worden voldaan. De naleving van een wijzigingenreeks die na de in de tabel vermelde reeks is goedgekeurd, wordt als alternatief aanvaard. De data die gespecificeerd zijn in de in de tabel vermelde wijzigingenreeksen van de VN-reglementen ten aanzien van de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen bij de “Herziene Overeenkomst van 1958” in verband met de eerste registratie, het in gebruik nemen, het op de markt aanbieden, de verkoop, de erkenning van typegoedkeuringen en soortgelijke bepalingen, zijn verplicht van toepassing voor de doeleinden van de artikelen 48 en 50 van Verordening (EU) 2018/858, behalve indien alternatieve data zijn bepaald in bijlage II bij deze verordening, die in dat geval van toepassing zijn. In sommige gevallen is in de overgangsbepalingen van een in deze tabel vermeld VN-reglement bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen bij de “Herziene Overeenkomst van 1958” die een bepaalde wijzigingenreeks van dat VN-reglement toepassen, vanaf een bepaalde datum niet verplicht zijn een overeenkomstig een eerdere wijzigingenreeks goedgekeurd type te aanvaarden of een dergelijk type mogen weigeren te aanvaarden voor nationale of regionale typegoedkeuring, dan wel bewoordingen met een soortgelijke bedoeling en strekking. Dit moet worden opgevat als een bindende bepaling voor nationale instanties om de conformiteitscertificaten niet langer als geldig te beschouwen voor de doeleinden van artikel 48 van Verordening (EU) 2018/858, behalve indien alternatieve data zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening, die in dat geval van toepassing zijn. ►M5Een krachtens VN-Reglement nr. 0 (PB L 135 van 31.5.2018, blz. 1) voor een voertuigtype van categorie M1 verleende universele internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen, waarvan de typegoedkeuring krachtens de betrokken VN-reglementen in de lijst in deze bijlage deel uitmaakt, wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan een krachtens deze verordening verleende EU-typegoedkeuring. ◄ |
BIJLAGE II
Lijst van voorschriften, bedoeld in artikel 4, lid 5, en artikel 5, lid 3, alsook van data bedoeld in artikel 16
Onderwerp |
Regelgeving |
Aanvullende specifieke technische bepalingen |
M1 |
M2 |
M3 |
N1 |
N2 |
N3 |
O1 |
O2 |
O3 |
O4 |
S T U |
Onderdeel |
Voorschriften betreffende A BEVEILIGINGSSYSTEMEN, BOTSPROEVEN, INTEGRITEIT VAN HET BRANDSTOFSYSTEEM EN ELEKTRISCHE VEILIGHEID BIJ HOOGSPANNING |
||||||||||||||
A1 Binnenuitrusting |
VN-Reglement nr. 21 |
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A2 Stoelen en hoofdsteunen |
VN-Reglement nr. 17 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
A3 Busstoelen |
VN-Reglement nr. 80 |
|
|
A |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
A4 Verankeringen veiligheidsgordels |
VN-Reglement nr. 14 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
A5 Veiligheidsgordels en beveiligingssystemen |
VN-Reglement nr. 16 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
A |
A |
A6 Veiligheidsgordelverklikkers |
VN-Reglement nr. 16 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
A7 Scheidingssystemen |
VN-Reglement nr. 126 |
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
B |
|
A8 Kinderbeveiligingsverankeringen |
VN-Reglement nr. 145 (11) |
|
A |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
|
|
|
|
|
|
A9 Kinderbeveiligingssystemen |
VN-Reglement nr. 44 |
|
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
|
|
|
|
B (12) |
B (12) |
A10 Verbeterde kinderbeveiligingssystemen |
VN-Reglement nr. 129 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
B |
B |
A11 Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden |
VN-Reglement nr. 93 |
|
|
|
|
|
A |
A |
|
|
|
|
A |
A |
A12 Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden |
VN-reglement nr. 58 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A13 Zijdelingse bescherming |
VN-Reglement nr. 73 |
|
|
|
|
|
A |
A |
|
|
A |
A |
|
|
A14 Veiligheid van de brandstoftank |
VN-Reglement nr. 34 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
A15 Veiligheid van vloeibaar petroleumgas |
VN-Reglement nr. 67 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
A16 Veiligheid van gecomprimeerd en vloeibaar aardgas |
VN-Reglement nr. 110 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
A17 Veiligheid van waterstof |
VN-Reglement nr. 134 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
A18 Materiaalkwalificatie waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage XIV |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
A19 Elektrische veiligheid tijdens gebruik |
VN-Reglement nr. 100 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
A20 Frontale offset-botsing |
VN-Reglement nr. 94 |
►C1 Van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa van ≤ 3 500 kg en N1 met een maximummassa ◄ ≤ 2 500 kg. Voor voertuigen met een maximummassa > 2 500 kg zijn de opmerkingen in noot B van toepassing. |
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
A21 Frontale botsing op volle breedte |
VN-Reglement nr. 137 |
Het gebruik van de antropomorfe testpop “Hybrid III” is toegestaan totdat de testinrichting voor bescherming van inzittenden “THOR” beschikbaar is in het VN‐Reglement. |
B |
|
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
A22 Beveiligingsvoorzieningen die op de stuurinrichting werken |
VN-Reglement nr. 12 |
|
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
A |
|
A23 Vervangingsairbag |
VN-Reglement nr. 114 |
|
X |
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
B |
|
A24 Botsing cabine |
VN-Reglement nr. 29 |
|
|
|
|
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
A25 Zijdelingse botsing |
VN-Reglement nr. 95 |
►C1 Van toepassing op alle voertuigen van de categorieën M1 en N1, inclusief voertuigen ◄ waarbij het R‐punt van de laagste zitplaats zich > 700 mm boven de grond bevindt. Voor voertuigen waarvan het R‐punt van de laagste zitplaats zich > 700 mm van het wegdek bevindt, zijn de data in noot B van toepassing. |
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
A26 Zijdelingse impact paal |
VN-Reglement nr. 135 |
|
B |
|
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
A27 Botsing aan de achterkant |
VN-Reglement nr. 153 (13) |
|
B |
|
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorschriften betreffende B KWETSBARE WEGGEBRUIKERS, ZICHT EN ZICHTBAARHEID |
||||||||||||||
B1 Been- en hoofdbescherming voetgangers |
VN-Reglement nr. 127 |
|
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
B2 Vergrote trefzone van het hoofd |
VN-Reglement nr. 127 |
Het botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind of een volwassene wordt begrensd door de “omwikkelafstand voor volwassenen” van 2 500 mm of, als deze zich meer naar voren bevindt, de “referentielijn bovenrand voorruit”. Contact van het botslichaam in de vorm van een hoofd met de A‐stijlen en de bovenkant en het frame van de voorruit is uitgesloten, maar moet worden gecontroleerd. |
C |
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
|
|
B3 Frontbeschermingsinrichting |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage XII |
|
X |
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
A |
|
B4 Geavanceerde noodrem voor voetgangers en fietsers |
VN-Reglement nr. 152 |
|
C |
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
|
|
B5 Botswaarschuwing voetgangers en fietsers |
VN-Reglement nr. 159 |
|
|
B |
B |
|
B |
B |
|
|
|
|
B |
|
B6 Dodehoekinformatiesysteem |
VN-Reglement nr. 151 |
|
|
B |
B |
|
B |
B |
|
|
|
|
B |
|
B7 Achteruitrijdetectie |
VN-Reglement nr. 158 |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
B |
|
B8 Voorwaarts zicht |
VN-Reglement nr. 125 |
►C1 Is van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 en N1. ◄ |
A |
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
|
|
B9 Direct zicht zware voertuigen |
|
|
|
D |
D |
|
D |
D |
|
|
|
|
|
|
B10 Veiligheidsruiten |
VN-Reglement nr. 43 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
A |
B11 Ontdooiings- en ontwasemingsinrichtingen |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage VI |
|
A |
A (2) |
A (2) |
A (2) |
A (2) |
A (2) |
|
|
|
|
|
|
B12 Ruitenwissers en -sproeiers |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage IV |
|
A |
A (3) |
A (3) |
A (3) |
A (3) |
A (3) |
|
|
|
|
A |
|
B13 Inrichtingen voor indirect zicht |
VN-Reglement nr. 46 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
Voorschriften betreffende C VOERTUIGCHASSIS, REMMEN, BANDEN EN STUURINRICHTING |
||||||||||||||
C1 Stuurinrichting |
VN-Reglement nr. 79 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
C2 Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
VN-Reglement nr. 130 |
|
|
A (4) |
A (4) |
|
A (4) |
A (4) |
|
|
|
|
|
|
C3 Systeem voor rijstrookassistentie in noodsituaties |
Verordening (EU) 2021/646 |
|
B (6) |
|
|
B (6) |
|
|
|
|
|
|
|
|
C4 Remsysteem |
VN-Reglement nr. 13 VN-Reglement nr. 13‐H |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
C5 Vervangingsdelen voor rem |
VN-Reglement nr. 90 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
A |
|
C6 Remhulp |
VN-Reglement nr. 139 (14) |
|
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
C7 Stabiliteitscontrole |
VN-Reglement nr. 13 VN-Reglement nr. 140 (15) |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
C8 Geavanceerde noodrem op zware voertuigen |
VN-Reglement nr. 131 |
|
|
A (4) |
A (4) |
|
A (4) |
A (4) |
|
|
|
|
|
|
C9 Geavanceerde noodrem op lichte voertuigen |
VN-Reglement nr. 152 |
|
B |
|
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
C10 Bandenveiligheid en milieuprestaties |
VN-Reglement nr. 30 VN-Reglement nr. 54 VN-Reglement nr. 117 |
Er wordt ook gezorgd voor een testprocedure voor gebruikte banden; van toepassing zijn de data in noot C. |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
A |
C11 Reservewielen en runflatsystemen |
VN-Reglement nr. 64 |
|
A (1) |
|
|
A (1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
C12 Gecoverde banden |
VN-Reglement nr. 108 VN-Reglement nr. 109 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
A |
C13 Bandenspanningscontrole voor lichte voertuigen |
VN-Reglement nr. 141 (16) |
Van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 met een maximummassa ≤ 3 500 kg en N1. |
A |
|
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
C14 Bandenspanningscontrole voor zware voertuigen |
VN-Reglement nr. 141 |
|
|
B |
B |
|
B |
B |
|
|
B |
B |
|
|
C15 Montage van banden |
VN-Reglement nr. 142 |
Van toepassing op alle voertuigcategorieën |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
C16 Vervangingswielen |
VN-Reglement nr. 124 |
|
X |
|
|
X |
|
|
X |
X |
|
|
|
B |
Voorschriften betreffende D BOORDINSTRUMENTEN, ELEKTRISCH SYSTEEM, VOERTUIGVERLICHTING EN BESCHERMING TEGEN ONRECHTMATIG GEBRUIK, INCLUSIEF CYBERAANVALLEN |
||||||||||||||
D1 Akoestische waarschuwing |
VN-Reglement nr. 28 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
D2 Radiostoring (elektromagnetische compatibiliteit) |
VN-Reglement nr. 10 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
D3 Bescherming tegen onrechtmatig gebruik, immobilisatie- en alarmsystemen |
VN-Reglement nr. 18 VN-Reglement nr. 97 VN-Reglement nr. 116 VN-Reglement nr. 161 VN-Reglement nr. 162 VN-Reglement nr. 163 |
|
A |
A (1) |
A (1) |
A |
A (1) |
A (1) |
|
|
|
|
A |
A |
D4 Bescherming van het voertuig tegen cyberaanvallen |
VN-Reglement nr. 155 |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
B |
B |
D5 Snelheidsmeter |
VN-Reglement nr. 39 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
D6 Kilometerteller |
VN-Reglement nr. 39 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
D7 Snelheidsbegrenzers |
VN-Reglement nr. 89 |
|
|
A |
A |
|
A |
A |
|
|
|
|
|
A |
D8 Intelligente snelheidsondersteuning |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 (9) van de Commissie |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
B |
|
D9 Identificatie van bedieningsinstrumenten verklikkerlichten en meters |
VN-Reglement nr. 121 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
D10 Verwarmingssystemen |
VN-Reglement nr. 122 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
A |
D11 Lichtsignaalinrichtingen |
VN-Reglement nr. 4 VN-Reglement nr. 6 VN-Reglement nr. 7 VN-Reglement nr. 19 VN-Reglement nr. 23 VN-Reglement nr. 38 VN-Reglement nr. 77 VN-Reglement nr. 87 VN-Reglement nr. 91 VN-Reglement nr. 148 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
A |
D12 Wegverlichtingsinrichtingen |
VN-Reglement nr. 31 VN-Reglement nr. 98 VN-Reglement nr. 112 VN-Reglement nr. 119 VN-Reglement nr. 123 VN-Reglement nr. 149 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
A |
D13 Retroflecterende voorzieningen |
VN-Reglement nr. 3 VN-Reglement nr. 104 VN-Reglement nr. 150 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
A |
D14 Lichtbronnen |
VN-Reglement nr. 37 VN-Reglement nr. 99 VN-Reglement nr. 128 |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
A |
D15 Installatie van lichtsignaal-, wegverlichtings- en retroflecterende inrichtingen |
VN-Reglement nr. 48 |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
D16 Noodstopsignaal |
VN-Reglement nr. 48 |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
|
|
D17 Koplampwissers |
VN-Reglement nr. 45 |
|
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
|
|
|
|
|
A |
D18 Schakelindicatoren |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage IX |
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorschriften betreffende E BESTUURDER- EN SYSTEEMGEDRAG |
||||||||||||||
E1 Ondersteuning van de installatie van een alcoholslot |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1243 (7) van de Commissie |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
|
|
E2 Vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1341 (8) van de Commissie |
|
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
|
|
|
|
|
E3 Geavanceerde afleidingswaarschuwing |
|
Het vermijden van afleiding door technische middelen kan ook in aanmerking worden genomen. |
C |
C |
C |
C |
C |
C |
|
|
|
|
|
|
E4 Controlesysteem voor bestuurderbeschikbaarheid |
VN-Reglement nr. 157 |
|
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
|
|
|
|
|
|
E5 Gegevensrecorder voor incidenten |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/545 (10) VN-Reglement nr. 160 |
|
B |
D |
D |
B |
D |
D |
|
|
|
|
B |
|
E6 Systemen die dienen om de besturing door de bestuurder te vervangen |
VN-Reglement nr. 157 |
|
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
|
|
|
|
|
|
E7 Systemen die dienen om aan het voertuig informatie te geven over de toestand van het voertuig en de omgeving |
VN-Reglement nr. 157 |
|
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
|
|
|
|
|
|
E8 Platooning |
|
|
|
B (1) |
B (1) |
|
B (1) |
B (1) |
|
|
|
|
|
|
E9 Systemen om veiligheidsinformatie te verstrekken aan andere weggebruikers |
|
|
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
B (5) |
|
|
|
|
|
|
Voorschriften betreffende F ALGEMENE BOUW EN KENMERKEN VAN HET VOERTUIG |
||||||||||||||
F1 Ruimte voor de kentekenplaat |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage III |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
F2 Achteruitrijbeweging |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage XI |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
F3 Hang- en sluitwerk van deuren |
VN-Reglement nr. 11 |
|
A |
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
F4 Deuropstapjes, handgrepen en treeplanken |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage X |
|
A |
|
|
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
F5 Naar buiten uitstekende delen |
VN-Reglement nr. 26 |
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F6 Naar buiten uitstekende delen van cabines van bedrijfsvoertuigen |
VN-Reglement nr. 61 |
|
|
|
|
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
F7 Voorgeschreven plaat en voertuigidentificatienummer |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage II |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
F8 Sleepinrichtingen |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage VII |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
|
|
|
|
F9 Wielbeschermers |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage V |
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F10 Opspatafschermingssystemen |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage VIII |
|
|
|
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
F11 Massa’s en afmetingen |
Verordening (EU) 2021/535, Bijlage XIII |
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
F12 Mechanische koppelingen |
VN-Reglement nr. 55 VN-Reglement nr. 102 |
|
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A (1) |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
F13 Voertuigen bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen |
VN-Reglement nr. 105 |
|
|
|
|
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
|
F14 Algemene constructie van bussen |
VN-Reglement nr. 107 |
|
|
A |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F15 Sterkte van de bovenbouw van bussen |
VN-Reglement nr. 66 |
|
|
A |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F16 Ontvlambaarheid in bussen |
VN-Reglement nr. 118 |
|
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
(1)
Naleving is vereist indien het onderdeel is gemonteerd.
(2)
Voertuigen van deze categorie moeten voorzien zijn van een geschikte ontdooiings- en ontwasemingsvoorziening.
(3)
Voertuigen van deze categorie moeten voorzien zijn van geschikte ruitensproei- en ruitenwisinrichtingen.
►C1
(4)
De volgende voertuigen zijn vrijgesteld: — opleggertrekkers van categorie N2 met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, maar niet meer dan 8 ton; — voertuigen van de categorieën M2 en M3 van klasse A, klasse I en klasse II, zoals gedefinieerd in punt 2.1 van VN-Reglement nr. 107; — gelede bussen van categorie M3 van klasse A, klasse I en klasse II, zoals gedefinieerd in punt 2.1 van VN-Reglement nr. 107; — terreinwagens van de categorieën M2, M3, N2 en N3; — voertuigen voor speciale doeleinden van de categorieën M2, M3, N2 en N3, en — voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 met meer dan drie assen.
(5)
Naleving is vereist in het geval van geautomatiseerde voertuigen.
(6)
Op motorvoertuigen met een hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting zijn de data in opmerking C van toepassing. Deze voertuigen moeten evenwel in plaats daarvan zijn uitgerust met een waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook.
(7)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1243 van de Commissie van 19 april 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels voor de ondersteuning van de installatie van een alcoholslot in motorvoertuigen en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 272 …/11).
(8)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1341 van de Commissie van 23 april 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad door de nadere voorschriften vast te stellen voor specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot systemen voor vermoeidheids- en aandachtswaarschuwing, en tot wijziging van bijlage II bij Verordening (PB L 292,16.8.2021, blz. 4).
(9)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 van de Commissie van 23 juni 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 409 van 17.11.2021, blz. 1).
(10)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/545 van de Commissie van 26 januari 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de gegevensrecorder voor incidenten betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 107 van 5.4.2022, blz. 18).
►M5
(11)
Overeenkomstig wijzigingenreeks 07 van VN-Reglement nr. 14 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 145 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.
(12)
Niet in motorvoertuigen ingebouwde kinderbeveiligingssystemen die overeenkomstig de voorschriften van VN-Reglement nr. 44 zijn goedgekeurd en vóór 1 september 2023 in de Unie in de handel zijn gebracht, mogen tot en met 1 september 2024 op de markt worden aangeboden en in het verkeer worden gebracht.
(13)
Overeenkomstig wijzigingenreeks 03 van VN-Reglement nr. 34 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 153 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.
(14)
Overeenkomstig VN-Reglement nr. 13-H (oorspronkelijke versie) en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 139 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.
(15)
Overeenkomstig VN-Reglement nr. 13-H (oorspronkelijke versie) en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 140 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring.
(16)
Overeenkomstig wijzigingenreeks 02 van VN-Reglement nr. 64 en de uitbreidingen daarvan verleende typegoedkeuringen worden beschouwd als gelijkwaardig aan een krachtens VN-Reglement nr. 141 (oorspronkelijke versie) verleende typegoedkeuring. ◄ |
BIJLAGE III
Wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858
Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/858 wordt als volgt gewijzigd:
Verwijzingen naar “Verordening (EG) nr. 661/2009” worden als volgt gewijzigd:
elke latere verwijzing naar “Verordening (EG) nr. 661/2009” in bijlage II wordt vervangen door een verwijzing naar “Verordening (EU) 2019/2144”.
Deel I wordt als volgt gewijzigd:
de tabel wordt als volgt gewijzigd:
de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:
“55A |
Zijdelingse impact paal |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 135 |
X |
|
|
X” |
|
|
|
|
|
|
|
de vermelding voor nummer 58 worden vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
X |
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
X” |
de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
X |
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15)” |
de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:
“65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
|
X |
X |
|
X |
X |
|
|
|
|
|
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
|
X |
X |
|
X |
X” |
|
|
|
|
|
de toelichtingen worden als volgt gewijzigd:
de toelichtingen 3 en 4 worden vervangen door:
Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een voertuigstabiliteitsfunctie vereist.
Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een elektronisch stabiliteitscontrolesysteem vereist.”;
toelichting 9A wordt vervangen door:
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een bandenspanningscontrolesysteem vereist.”;
toelichting 15 wordt vervangen door:
Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.”;
in deel I wordt tabel 1 als volgt gewijzigd:
de vermelding voor nummer 46A wordt vervangen door:
“46A |
Montage van banden |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 142 |
|
B” |
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
|
C Datum voor weigering van de verlening van EU-typegoedkeuring: 7 januari 2026 Verbodsdatum voor de registratie van voertuigen: 7 juli 2034” |
de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
|
X |
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
|
Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.” |
de toelichting “N.v.t.” bij tabel 1 wordt als volgt gewijzigd:
“N.v.t.
De regelgevingshandeling is niet van toepassing. Conformiteit met een of meer specifieke aspecten van de regelgevingshandeling kan echter worden opgelegd.”;
in aanhangsel 1 wordt tabel 2 als volgt gewijzigd:
de vermeldingen voor nummer 46A worden vervangen door:
“46A |
Montage van banden |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 142 |
|
B” |
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
|
C Datum voor weigering van de verlening van EU-typegoedkeuring: 7 januari 2026 Verbodsdatum voor de registratie van voertuigen: 7 juli 2034” |
de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
|
X |
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
|
Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de tabel zijn vermeld, met verwijzing naar Verordening (EU) 2019/2144.” |
in aanhangsel 2 wordt punt 4 als volgt gewijzigd:
de tabel “Deel I: Voertuigen van categorie M1” wordt als volgt gewijzigd:
“58 |
VN-Reglement nr. 127 Verordening (EU) 2019/2144 (Bescherming van voetgangers) |
De voertuigen moeten worden voorzien van een elektronisch antiblokkeersysteem dat op alle wielen werkt. De voorschriften van VN-Reglement nr. 127 zijn van toepassing. Frontale beschermingsinrichtingen moeten hetzij een integrerend deel van het voertuig vormen en voldoen aan de voorschriften van de VN-Reglement nr. 127, hetzij typegoedkeuring hebben verkregen als technische eenheid” |
“62 |
VN-Reglement nr. 134 Verordening (EU) 2019/2144 (Waterstofsysteem) |
De voorschriften van VN-Reglement nr. 134 zijn van toepassing. Bij wijze van alternatief kan worden aangetoond dat het voertuig voldoet aan: — de materiële voorschriften van Verordening (EG) nr. 79/2009 in de versie die van toepassing is op 5 juli 2022; — aanhangsel 100 — Technische norm voor brandstofsystemen van motorvoertuigen aangedreven door gecomprimeerd waterstofgas (Japan); — GB/T 24549‐2009 Elektrische voertuigen aangedreven door brandstofcellen — veiligheidsvoorschriften (China); — internationale norm ISO 23273:2013, deel 1: Functionele veiligheid voor voertuigen, en deel 2: Bescherming tegen waterstofgevaren voor voertuigen met samengeperst waterstof, of — SAE J2578 — Algemene veiligheid van voertuigen aangedreven door brandstofcellen” |
de tabel “Deel II: Voertuigen van categorie N1” wordt als volgt gewijzigd:
“58 |
VN-Reglement nr. 127 Verordening (EU) 2019/2144 (Bescherming van voetgangers) |
De voertuigen moeten worden voorzien van een elektronisch antiblokkeersysteem dat op alle wielen werkt. De voorschriften van VN-Reglement nr. 127 zijn van toepassing. Frontale beschermingsinrichtingen moeten hetzij een integrerend deel van het voertuig vormen en voldoen aan de voorschriften van de VN-Reglement nr. 127, hetzij typegoedkeuring hebben verkregen als technische eenheid” |
“62 |
VN-Reglement nr. 134 Verordening (EU) 2019/2144 (Waterstofsysteem) |
De voorschriften van VN-Reglement nr. 134 zijn van toepassing. Bij wijze van alternatief kan worden aangetoond dat het voertuig voldoet aan: — de materiële voorschriften van Verordening (EG) nr. 79/2009 in de versie die van toepassing is op 5 juli 2022; — aanhangsel 100 — Technische norm voor brandstofsystemen van motorvoertuigen aangedreven door gecomprimeerd waterstofgas (Japan); — GB/T 24549‐2009 Elektrische voertuigen aangedreven door brandstofcellen — veiligheidsvoorschriften (China); — internationale norm ISO 23273:2013, deel 1: Functionele veiligheid voor voertuigen, en deel 2: Bescherming tegen waterstofgevaren voor voertuigen met samengeperst waterstof, of — SAE J2578 — Algemene veiligheid van voertuigen aangedreven door brandstofcellen” |
In deel II worden in de tabel de gegevens voor de nummers 58, 65 en 66 geschrapt.
Deel III wordt als volgt gewijzigd:
in aanhangsel 1 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
X |
X” |
|
|
de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
X |
X |
X |
63 |
Algemene veiligheid |
►C1 Verordening (EU) 2019/2144 ◄ |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15)” |
de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:
“65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
|
|
N.v.t. |
N.v.t. |
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
|
|
N.v.t. |
N.v.t.” |
in aanhangsel 2 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:
“55A |
Zijdelingse impact paal |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 135 |
N.v.t. |
|
|
N.v.t.” |
|
|
|
|
|
|
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
N.v.t. |
|
|
N.v.t.” |
|
|
|
|
|
|
de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15)” |
de vermeldingen voor de nummers 65 en 66 worden vervangen door:
“65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
|
N.v.t. |
N.v.t. |
|
N.v.t. |
N.v.t. |
|
|
|
|
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
|
N.v.t. |
N.v.t. |
|
N.v.t. |
N.v.t.” |
|
|
|
|
aanhangsel 3 wordt als volgt gewijzigd:
in de tabel wordt de volgende vermelding ingevoegd na de vermelding voor item 54A:
“55A |
Zijdelingse impact paal |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 135 |
N.v.t.” |
in de tabel wordt de vermelding voor nummer 58 vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
G” |
in de tabel worden de vermeldingen voor de nummers 62 en 63 vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15)” |
het volgende punt wordt toegevoegd:
De punten 1 tot en met 4 zijn ook van toepassing op voertuigen van categorie M1 die niet als voertuigen voor speciale doeleinden zijn ingedeeld, maar wel toegankelijk zijn voor rolstoelen.”;
in aanhangsel 4 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
de volgende vermelding wordt ingevoegd na de vermelding voor item 54A:
“55A |
Zijdelingse impact paal |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 135 |
|
|
A” |
|
|
|
|
|
|
de vermelding voor nummer 58 wordt vervangen door:
“58 |
Bescherming van voetgangers |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 127 |
|
|
A” |
|
|
|
|
|
|
de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 worden vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
X (15) |
65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
N.v.t. |
N.v.t. |
|
N.v.t. |
N.v.t. |
|
|
|
|
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
N.v.t. |
N.v.t. |
|
N.v.t. |
N.v.t.” |
|
|
|
|
in aanhangsel 5 worden in de tabel de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15) |
65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
N.v.t. |
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
N.v.t.” |
in aanhangsel 6 worden in de tabel de vermeldingen voor de nummers 62, 63, 65 en 66 vervangen door:
“62 |
Waterstofsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 134 |
X |
|
63 |
Algemene veiligheid |
Verordening (EU) 2019/2144 |
X (15) |
X (15) |
65 |
Geavanceerd noodremsysteem |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 131 |
N.v.t. |
|
66 |
Waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook |
Verordening (EU) 2019/2144 VN-Reglement nr. 130 |
N.v.t.” |
|
de toelichting wordt als volgt gewijzigd:
de toelichting voor X wordt vervangen door:
De voorschriften in de desbetreffende regelgevingshandeling zijn van toepassing.”;
de toelichtingen 3 en 4 worden vervangen door:
Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een voertuigstabiliteitsfunctie vereist.
Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een elektronisch stabiliteitscontrolesysteem vereist.”;
toelichting 9A wordt vervangen door:
Alleen van toepassing als de voertuigen voorzien zijn van uitrustingsstukken die onder VN-Reglement nr. 64 vallen. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/2144 is de montage van een bandenspanningscontrolesysteem echter verplicht.”;
toelichting 15 wordt vervangen door:
Naleving van Verordening (EU) 2019/2144 is verplicht. Typegoedkeuring in het kader van dit specifieke item wordt echter niet beoogd, aangezien het slechts gaat om de verzameling van individuele items die elders in de desbetreffende tabel zijn vermeld.”;
de toelichtingen 16 en 17 worden geschrapt.
BIJLAGE IV
Overgangsbepalingen als bedoeld in artikel 15, lid 3
VN-reglement Nummer |
Specifieke voorschriften |
►C1 Uiterste datum voor de registratie van niet-conforme voertuigen en voor de verkoop en het in gebruik nemen van niet-conforme onderdelen (1) ◄ |
117 |
Banden wat betreft rolgeluidemissies, grip op nat wegdek en rolweerstand |
30 april 2023 |
Banden van klasse C3 moeten voldoen aan de voorschriften inzake rolweerstand in fase 2 |
||
►C1 ( *1 ) Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 1).”; ◄